25
Pijpen
In de door ons opengelegde beerputten zijn veel pijpjes aan
getroffen. De pijpjes lagen dikwijls bovenin. Hieruit mogen we
wel afleiden, dat de mensen in de zeventiende eeuw vaak op het
toilet rookten, en dit misschien wel om de stank te verdrijven.
In èèn beerput op het Schermereiland zijn wel zo'n 300 pijpjes
van verschillende herkomst gevonden. Op basis hiervan zouden we
wel kunnen aannemen, dat daar een herberg heeft gestaan. Aan de
mooi bewerkte pijpekoppen, en soms ook stelen, kan de welstand
van de eigenaar worden afgeleid. Uit het vinden van resten van
onafgewerkte pijpen of klompen pijpen, die aan elkaar vast za
ten, kunnen we concluderen, dat op de vindplaats een pijpenbak-
kerij heeft gestaan.
De oudste pijpjes dateren van omstreeks 1600; zij zijn klein,
niet versierd en van witte pijpaarde gamaakt (zie fig. -29)De
tabak moet toen wel erg duur zijn geweest, want later, toen in
de achttiende eeuw de tabak goedkoper werd, maakte men de pijp
jes groter (zie fig. 30)
Het belangrijkste productiecentrum van pijpen in ons land -
het zal algemeen bekend zijn - was de stad Gouda en tot op he
den worden er nog steeds kleipijpen vervaardigd. De versiering
van de pijp bestaat uit twee elementen, namelijk het merk dat
wordt gevoerd door de meester-pijpenmaker (zie fig. 31)plus
de versiering op steel of pijpekop. Deze laatste versiering kan
zeer gevarieerd zijn, zoals uit de tentoongestelde pijpen blijkt,
Fig. 32
Pijpekop met vrouwtjesfiguur
schaal 1:1