Tegels
aan de Chineese keramiek ontleende versiering, in hoofdzaak
blauw, nog tot in de achttiende eeuw vervaardigd.
Het technische procédé van de vervaardiging van majolica is
in het kort omschreven als volgt. Als het voorwerp van klei
éénmaal is gebakken (zogenaamd biscuit) wordt het met een dun
laagje tinglazuur overdekt en snel beschilderd; hierna wordt
het met een dunne laag loodglazuur bedekt, waardoor het voor
werp meer glans krijgt, en vervolgens wordt het voor de tweede
keer gebakken. Met behulp van proenen - dit zijn lichamen van
uiteenlopende vorm, vaak drievoeten van aardewerk (de moeten
ervan zijn in het glazuur steeds zichtbaar)(zie fig. 8 die
in de oven tussen de te bakken woorwerpen worden geplaatst om
te verhinderen dat ze aaneenbakken - worden de borden en scho
tels met de onderzijde naar beneden op elkaar geplaatst, zodat
ze niet aan elkaar kunnen bakken. Met hout of turf wordt de o-
ven gestookt en het bakken neemt 17 tot 20 uren in beslag. De
latere borden worden in kokers, zonder het gebruik van proenen,
gebakken.
Uit de veelvuldige vondsten van tegels mogen we opmaken, dat
onze voorouders tegels vaak hebben toegepast voor de bekleding
van keukens, kelders, gangen, schouwen en als plint. Er valt
dan ook een grote variëteit te onderscheiden. De oudste tegels
zijn vloertegels, maar in het midden van de zestiende eeuw ma
ken de ornamenttegels grote opgang.
Tegeltableaux noemt men uit verschillende tegels opgebouwde
taferelen Aan het einde van de zestiende eeuw
verschijnen er meer soorten gekleurde tegels, waaronder de
kwadraattegels (zie fig.9.), medaillontegels met druiventros-
10=