toegelicht. Met inleiding en aantekeningen uitgeg. door - 's-Gravenhage 1969 Achter het bock VII, 1-3). p. 129. 53. Geciteerd bij Luyt 1910. p. 45. 54. J. Dyserinck. Herinneringen aan Nicolaas Beets in woord en beeld. (Nieuwe uitgave). Utrecht 119031. p. 92-93. 55. Geciteerd bij H.Ph. Visser 't Hooft. "Kneppelhout en Victor Hugo". In: Onze Eeuw (1918) IV, p. 347-348. 56. Beets aan Kneppelhout 28.12.1837. UBL LTK 1663. 57. "Op bezoek bij Jonathan". In: Amsterdarnsche Courant 14 nov. 1892. 58. Potgieter aan Beets 29.4.1843, geciteerd bij Beets 1892. p. 32. 59. Hasebroek aan Potgieter 3 of 7.8.1838. Willems 1939. p. XLII-XLIII. 60. Beets aan Kneppelhout 18.1.1839. UBL LTK 1663. 61. Kneppelhout aan Beets 20.3.1839. UBL Brieven Beets-archief. 62. C. van Foreest aan Kneppelhout 14.9.1838. UBA Dq 202. 63. M.W. Maclaine Pont. "Levensbericht van Johannes Petrus Hasebroek". In: Levensberichten der afgestorvene medeleden van de Maatschappij der Neder- landsche Letterkunde te Leiden 1896-1897, p. 128. 64. E.J. Hasebroek. Uit mijn leven. Collectie Letterkundig Museum Den Haag H3331. 65. Hasebroek aan Potgieter 17.3.1838. Willems 1939. p. XXXIII. 66. Potgieter aan Hasebroek [augustus 18381. UBA Ed 151 a-b. 67. J.P. Hasebroek. "Een gebroken luit". In: Hesperidcn. Nieuwe poëzie in den avond des levens. Amsterdam z.j. p. 97. 68. Toussaint aan Potgieter 22.8.1839. UBA Ah 50 e; II. Reeser. De jeugdjaren van Anna Louisa Geertruida Toussaint 1812-1851. Haarlem 1962. p. 121. (Voortaan: Reeser 1962). 69. Hasebroek aan Potgieter 13.2.1840. Willems 1939. p. XCIII. 70. Hasebroek aan Potgieter 6.4.1839. Willems 1939. p. LXVI. 71. C. Busken Huet. "Jufvrouw Hasebroek". In: Litterarische Fantasien en Kri tieken. Dl. 10. Haarlem 1878. p. 66. 72. De Schrijfster van Te Laat [ps. van E.J. Hasebroek], Elize. Haarlem 1839, p. [I], 73. A.L.G. Bosboom-Toussaint. "Aan mijn Vriend Ds. J.P. Hasebroek". In: De Graaf van Devonshire [en andere novellen]. Rotterdam z.j. (Verzamelde werken 5). p. VIII. 155

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1982 | | pagina 155