Beets. Uitgeg. en toegelicht door H.E. van Gelder. Den Haag enz. 1956
(Ooievaar 42). p. 45. (Voortaan geciteerd als Hildebrands voorbereiding
1956).
8. Hildebrands voorbereiding 1956. p. 132-134.
9. Hildebrands voorbereiding 1956. p. 149.
10. Zie hiervoor Willems 1939. p. 103-107.
11. [N. Beets]. "De zwarte tijd". In: Proza en poezy. Verzameling van verspreide
opstellen en verzen. Haarlem 1840. p. 71-100.
12. Willems 1939. p. 87.
13. Hasebroek aan Potgieter 6.4.1839. Willems 1939. p. LXV.
14. J. Kneppelhout. "Mijn zwarte tijd". In: De Gids 8 (1844) 2, p. 159-164.
15. Zie voor kritiek op de Franse romantische school: W. van den Berg. De
ontwikkeling van de term "romantisch" en zijn varianten in Nederland tot
1840. Assen 1973. (Neerlandica traiectina 20). p. 311-362. Tevens: P.A.W.
van Zonneveld. "De receptie van immorele literatuur in de 19e eeuw". In:
R.T. Segers (red.). Receptie-esthetika. Grondslagen, theorie en toepassing.
Amsterdam [1978]. p. 109-124.
16. [VV. Hecker]. Hippokreen-ontzwaveling. Amsterdam 1838. p. 26.
17. Idem p. 28.
18. [W. Hofdijk]. Ontzwaveling van den Hippokreen-ontzwavelaar. Alkmaar
1839. p. 9.
19. Hasebroek aan Potgieter 6.1.1840. Willems 1939. p. LXXXIX.
20. G.T.M[ohrman]. Nieskruid den Hippokreen-ontzwavelaar toegediend. Ge
volgd van een paar dichtregelen aan Nicolaas Beets. Groningen 1839. p. 27.
21. Idem p. 29-30.
22. Idem p. 28.
23. Algemeen Letterlievend Maandschrift 22 (1838) 2, p. 260-261.
24. Idem p. 364.
25. Idem p. 314.
26. Idem p. 497.
27. Idem p. 447.
28. Hierover bij: G. van Rijn. Nicolaas Beets. [Dl. Ij. Rotterdam [1910]., p.
498-505.
29. Braga. Dichterlijke mengelingen. Uitgegeven door een dichtlievend gezel
schap onder de nooit gebruikte zinspreuk: "Utile Dulci". Nieuwe uitgave
met inleiding en toelichting van A. Winkler Prins. Deventer 1883. p. 47-48.
153