11 hoe_het_in_het_begin_v^_deze_eeuw_ging
Wij Schout en Schepenen der heerlijkheijd
Heijloo en Oesdom, met apporbatie van den hoog
Edele heer Jacob van Catz Coulster Heijloo en Oesdom, keuren en ordon-
neeren gelijk wij keuren en ordonneeren bij deesen, om redenen
dat wij binnen drie jaar 't ongeluk van brant geheid
hebben en ondervonden in de droevige omstandigheijd, dat
wij brave en getrouwe burgers in dat werk hebben bevon
den, dog daar en tegen ontrouwe ingeseetenen, dien na
sulke droevige omstandigheijd, niet om en sagen, en
sommige dien nog al quaamen, geen hand aan 't werk
sloegen, en daarom hebben wij 't niet ondienstig geagt, om
aldus te moeten ordonneere(n)verhoopende dat de groote God ons voor
brant verder wil bewaaren, dog soo wij 't weederom moeten
ondergaan, dat den schout en schepenen van Heijloo en
Oesdom, soo gouw als sij 't hooren daar present moeten
sijn, op de boete, als sij daar niet sijn de schout twee gulden
en ieder schepenen één gulden, en dat alle ingeseetenen
van Heijloo en Oesdom, uijt ieder huijs één persoon met
een wateremmer moeten koomen daar de brant dan is
en niet koomende, sullen sij mede verbeuren ieder persoon tien
stuijvers, en die niet met de branthaak koomen ook tien stuijvers
't geene aanstonds sal koomen ten profijte van den armen alhier,
off sij sullen des begeerende onder eede moeten verklaaren
dat sij van dat ongeluk doen, niet hebben geweeten, dat als dan
die geene, van voorschreven boete vrij sullen sijn, dog de met
de eerste branthaak daar bij koomt sal één gulden tot een
present hebben, daaromme moeten die geene die bij de brant
koomen, moeten staan blijven, en als de brant gedaan is, om deselve
op te schrijven om soo te kunnen na gaan wie dat er niet is geweest.
Aldus gepubliceert en geaffigeert tot
Heijloo den 22e jannuari 1760
Ter ordonnantie van regenten voornoemt
Willem Laarman
Wellicht vraagt U zich af bij dit jubileum van de brandweer: was er
dan voor 1941 geen brandweer?
Laten we geruststellen, er was een brandweer. Dat wil zeggen, het
Gemeentebestuur had enige inwoners aangewezen als brandmeester, en
die brandmeesters moesten op hun beurt lieden voordragen, die de
pomp konden bedienen.
=5=