branche zat, en nog zit, heb ik nimmer zo'n lichtlopend fietsje ge
had. Bij mijn huisje aan de Holleweg 21 liep een pad vanaf het poort
je met een S-bocht naar achteren. Al zouden ze me nu 1000 gulden be
loven, om in één ruk naar achteren te rijden, dan zou me dat niet
lukken, maar toen vloog ik vlet die dubbele S-bocht door. Later ver
nam ik, dat ook andere brandweerlieden bij hun thuiskomst wel iets
meemaakten. Dat wil ik hier maar niet meer ophalen. Geen oude won
den openhalen.
We duiken nu in de oude notulenboeken tot 1966.
Bij het doorlezen van de verslagen van de oefenavonden valt op, dat
na ieder verslag steevast staat genoteerd: "Het borreltje in De Oude
Herberg" of in de eigen kantine smaakte best en de zoute haring
waar Arie Klaasen voor zorgde of de bitterballen van Piet Zander
smaakten best, We zullen ons dus maar beperken tot deze eenmalige
aanduiding.
1946. 19 December van dat jaar was het vijf jaar geleden dat het corps
was opgericht. Dit werd gevierd na afloop van de wekelijkse oefena
vond. De secretaris schreef in zijn notulen, dat door de oorlog geen
leden het corps waren ontvallen. Verschillende leden hebben het corps
weer verlaten, omdat ze zich na de bevrijding weer ten volle moesten
geven aan hun zaken of werk. Zij waren immers maar voor de camoufla
ge lid van het corps geweest. Het corps kwam daardoor uiteindelijk
weer op de oorspronkelijke sterkte van 15 man.
Het jaar 1946 kenmerkte zich als een rustig jaartje voor het corps.
Vijftien maal alarm, waarvan éénmaal voor brand bij de L.T.B, en een
klein brandje bij de Fa. De Jager aan de Kennemerstraatweg.
Op 18 Mei werd deelgenomen aan een wedstrijd voor corpsen uit de re
gio Alkmaar. Heiloo bezette de zevende plaats, wat uit een veld van
dertien corpsen niet slecht was. De secretaris liet in dit jaar zijn
dichtader vloeien en nam alle leden onder de loupe.
Als oudste, eerste en de beste
Is nunmer éên de Commandant.
Hij leidt de ploeg met vaste tergels
En kan niet leven zonder brand.
Hij moppert nooit, is steeds tevree,
Gaat zingend met zijn mannen mee.
En Vennik, ja, dats gauw gezegd,
Die is geen baas en ook geen knecht.
't Is Van den Kommers rechterhand,
Zijn trouwe ondercommandant.
De verdere functies noem ik niet,