14
eentje trachtte, een wiek van de molen tegen te houden, ondervonden, 1
dat zo'n wiek je nog een heel eind omhoog kan brengen. Hij schreeuw- 1
de als een mager varken, dat was zijn geluk. De molenaar hoorde hem j
en kon de onvrijwillige luchtreiziger veilig aan de grond brengen.
r
IV. Ï2Ï_MN_HET_VIJFENTWINTIGJARIG_ JUBILEUM II
c
Voor we de geschiedenis vervolgen, willen we nog een voorvalletje V
memoreren uit de beginperiode, welk voorval nooit aan de openbaarheid I
is prijsgegeven. r
Het gebeurde na een voetbalwedstrijd, dat het gehele corps na afloop
nog even een "afzakkertje" zou nemen in de werkplaats van Joh. Jansen v
aan de Raadhuisweg. Het corps was in die periode extra groot. Een s
aantal Heilooërs werd ingelijfd om aan tewerkstelling in Duitsland
te ontkomen. Onder deze ondergeschoven brandweerlieden bevonden zich
onder anderen Janus Bakker (ambtenaar op het gemeentehuis, later
Burgemeester van Oudorp en de Egmonden)Nic. Mul (ambtenaar sociale
zaken van Heiloo en sinds kort gepensioneerd)Ben de Grand (verte
genwoordiger) Aad Ham (architect, in de oorlog werkzaam op het e-
vacuatiebureau)Dirk de Bakker (bouwvakker) en nog vele anderen.
Dat hele gezelschap was dus aanwezig in de werkplaats van Joh. Jan
sen. Deze Joh. Jansen had nog een flesje sterke drank in huis. Voor
uit werd echter afgesproken, voordat de fles ontkurkt werd, dat ie
der lid ervan zou drinken. En zo gebeurde. Wat voor sterk vocht het
was, zijn we nooit achter gekomen, evenmin welke distilleerderij
het was, die het gemaakt had. Waarschijnlijk werd het gebruikt door
loodgieter Jansen bij het solderen van dakgoten en dergelijke in
plaats van zoutzuur. Maar koppig was het wel.
Na èèn glaasje (meer was er niet) werd iedereen vrolijk. Ben de
Grand danste de Charleston op de werkbank en de stemming zat er wel
in. Ver na sluitingstijd moesten we huiswaarts. De commandant gaf als
laatste bevel die avond/ "Jongens, rustig naar huis, en geen herrie
maken." De uniformen gaven de zekerheid, dat we buiten spertijd op
straat mochten. Een der leden had trouwens nog veel moeite om zijn
helm goed op te zetten: hij zette deze namelijk achterstevoren op,
zodat de vonkenklep, die aan de achterkant van de helm zit, voor
zijn ogen hing en hij maar steeds schreeuwde: "Wat is het hardstikke
donker, vanavond".
Ik zelf, die nooit spiritualiën gebruikte, ging op de fiets naar
huis. Ik zweefde gewoon naar huis en hoewel ik zelf in de fietsen-