De bovengenoemde vorm van brandbestrijding voldeed op den duur echter
niet. In de dertiger jaren had de Gemeente Heiloo nog een overeenkomst
met de Gemeente Alkmaar betreffende vaste hulp bij de bestrijding van
branden. Of het toenmalige gemeentebestuur van Heiloo deze medewerking
tenslotte niet meer op prijs stelde of wel te prijzig vond, is ons
niet bekend, maar op 19 December 1941 ging men - zoals reeds gememo
reerd, op initiatief van de toenmalige Burgemeester G.C. Bos, over tot
oprichting van een vrijwillig brandweercorps. Daar men in meer platte
landsgemeenten in 1981 het veertigjarig jubileum van de plaatselijke
brandweer viert, is het niet denkbeeldig, dat samenstelling van deze
corpsen door de bezetter min of meer werd bevolen, dan wel uit de tijds
omstandigheden voortvloeiden.
IIIDE_OPRICHTING_EN_DE_OORLOGSJAREN
De oprichtingsvergadering had een vlot verloop, zo vlot zelfs, dat tij
dens de besprekingen reeds de maat werd genomen van de uniformen en
laarzen. De eerste commandant van het corps was de Heer Jb. van den Kom
mer sr, die bij de oprichting met algemene stemmen als zodanig werd be
noemd. In dat eerste jaar werd twaalf maal voor brand uitgerukt. In de
meeste gevallen betrof het bosbrandjes of kleine brandjes, veroorzaakt
door afgeworpen brandbommen. Slechts eenmaal kon men het vuur niet mees
ter worden, doordat de motorspuit "kuren" had, die men toen nog niet
wist te bestrijden. Met emmers water heeft men toen de brand - een hooi
berg op het bedrijf van de Heer Visser in de Boekelermeer - moeten blus
sen. Het euvel van de motorspuit heeft men later ontdekt en moeilijkhe
den deden zich hiermee niet meer voor. Trouw werd er iedere week geoe
fend.
In 1943 werd er geen benzine meer verstrekt ten behoeve van de oefenin
gen. De manschappen trachtten in die dagen hun conditie op peil te hou
den door het beoefenen van de wandelsport en athletiek. De wandelaars
hadden meestal bij de start meer praatjes dan bij de finish. In de sec
tor athletiek toonde Renes zich, volgens secretaris Slooten, een waar
kampioen in touwtrekken, terwijl Jan van den Kommer een merakele sprin
ger was.
Bij de oefening "Uitrollen van slangen" op het sportpark vergeleek een
van de manschappen de slagen met een kluwen breigaren van zijn vrouw,
waardoor hij er geheel in verward raakte.
Dit jaar kenmerkte zich verder door weinig branden. Rukte men het jaar
daarvoor twaalf maal uit, dit jaar was het acht maal. Daadwerkelijk
moest echter slechts eenmaal worden opgetreden, en wel voor een brand
in de Boekelermeer, in de boerderij van de Wed. Sengers. Vele brandweer
lieden waren bij deze brand tot tranen toe bewogen vanwege de hevige
rookontwikkeling,
10=