I te wei- [i weet of leze meest- staat en oekenWor- ij meestal elden aan swaar- er over- bepaalde oorgegeven oek brengt en zoge- r aan het bben zich Werkgemeen- reniging plaatselij- uurDe ronder valt -De Rijp- archeoloog hebben ricum, n omgeving ies georga- gedaan odem-ar- eft de ge- heidkundig afwerk in er nog heid in het urt, is wat sen weet, waar in het verleden iets gevonden is, en wat, en of U zelf ook scher ven thuis hebt staan, die belangrijk kunnen zijn. U hoeft niet bang te zijn, dat U Uw vondsten moet afstaan, het gaat om de melding, dat er inzicht komt in wat er in het verleden zoal in Heiloo boven de grond is gekomen. Alles kan belangrijk zijnj Als U dus iets mocht hebben of weten, zoudt U dit dan bij mij willen melden? Mocht U verder nog vragen hebben over het voorgaande of ook lid van de A.W.N, willen worden, dan kunt U mij bellen, Anne Lawant Holleweg 3 Heiloo (1851 KC) Tel. 072-335905 Oud-bestuurslid van de afdeling Noord-Eolland-Noord van de A.W.N, ANTJE DE WARME BAKKERSVROUW VAN HEILOO Wij hebben de bijtendste pijnen geleden, Ons heeft de verwoedste ertase gekust, We hebben gevloekt en ve hebben gebeden, Maar nimmer berust. Annie Salomons, geb. 1885 Midden in de zomer van het jaar 1843 werd Antje geboren. Om precies te zijn: op Maandag 7 Augustus 's morgens te vier ure. Haar vader, Jacob Koeman, had een gemengd bedrijf in de Schermeer aan de Noor dervaart binnen de gemeente Alkmaar en was eigenaar van ruim 15 bun der land. Haar moeder, Jannetje Ridder, was een boerendochter uit de Schermer Over de jeugdjaren van Antje valt weinig te melden. Helaas verliest zij op 6-jarige leeftijd haar moeder, die nog geen 40 jaar oud werd. Vader Jacob, die met vier jonge kinderen achterbleef, hertrouwde een jaar later met Immetje Admiraal, eveneens een dochter uit de boerenstand. Immetje was weduwe geworden na een kortstondig huwe lijk met Frans Stroomer. Zij had een zoontje van 3 jaar: Jan. De huwelijksdag van Jacob Koeman en Immetje Admiraal was overigens een 33=

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1980 | | pagina 11