een onmogelijke zaak om al deze dingen in de gaten te houden: te wei nig mankracht, te weinig geld. Er gaat dan ook heel wat verloren, zonder dat men er iets van weet of het te laat merkt. Hier ligt dan ook de taak voor de amateur-archeoloog, omdat deze meest al plaatselijk of regionaal gericht is. Hij is dus eerder in staat en geïnteresseerd om graafwerkzaamheden in zijn omgeving te bezoeken. Wor den er dan vondsten gedaan (grondsporen, scherven)dan is hij meestal wel in staat om het aanwezige te noteren, te dateren en te melden aan de daarvoor aangewezen instanties. Deze verwerken de gegevens, waar door men van een gebied, bij ons Noord-Kennemerlandeen beter over zicht krijgt van bewoning en ouderdom en de verspreiding van bepaalde soorten aardewerk Mochten de vondsten dermate belangrijk zijn, dan wordt dit doorgegeven aan de provinciaal archeoloog, die dan op zijn beurt een bezoek brengt aan het bewuste terrein, en kan besluiten tot het doen van een zoge naamde noodopgraving Veel is door toedoen van de amateur-archeoloog op deze manier aan het licht gekomen en gered. Veel van deze amateur-archeologen hebben zich verenigd in de landelijke vereniging A.W.N.Archeologische Werkgemeen schap voor Nederland, opgericht op 6 September 1951. Deze vereniging geeft zes maal per jaar het blad "Westerheem" uit. In de loop van de tijd hebben zich binnen de A.W.N. diverse plaatselij ke en regionale afdelingen gevormd, ieder met een eigen bestuur. De Gemeente Heiloo ligt in de afdeling Noord-Hol1and-Noord; hieronder valt de gehele kop van Noord Holland tot en met de lijn Castricum-De Rijp- Hoorn. Alkmaar valt hier buiten, omdat daar een soort stads-archeoloog bezig is. Omdat de afdeling Noord-Holland-Noord eigenlijk te groot is, hebben zich binnen deze afdeling werkgroepen gevormd, namelijk Castricum, Schagen en De Rijp, Verder zijn er veel mensen, die hun eigen omgeving afspeuren. Jaarlijks worden er een aantal lezingen en excursies georga niseerd. De vondsten, die door mensen van de afdeling worden gedaan, worden door middel van speciale formulieren gemeld aan het Bodem-ar chief van de afdeling, dat in Schagen gehuisvest is. Deze geeft de ge gevens weer door aan het R.O.B,de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, in Amersfoort, Samen met enige andere leden van de afdeling houd ik het graafwerk in onze gemeente zoveel mogelijk in het oog, Maar toch ontsnapt er nog veel aan onze aandacht: een amateur heeft alleen de mogelijkheid in het weekeinde te kijken, terwijl het graafwerk door de week gebeurt. Omdat Heiloo voor de archeoloog nog een vrij onbekend gebied is wat vondsten betreft, zou ik aan U willen vragen, of U ook plaatsen weet,

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1980 | | pagina 10