pen of anderszins af te leveren.
Het bleek, dat het aantal aanwezige rijwielen in Heiloo bijzonder klein
was in die dagenZo bleek rijwielhandel Joh. de Vlugt een dames
rijwiel zonder banden en zonder pedalen te hebben, rijwielhandel N.C.
Otter had zowel een heren- als damesfiets, maar beide zonder banden.
B. Op de Weegh had zes heren- en een damesfiets, maar ook zonder ban
den, W.F.Th. Cedee had van elk een, edoch eveneens zonder banden, ter
wijl de rijwielhandelaren C. Snip, J.C. Zoon, N.J. Hoebe, N. van der
Eng en B. Harreveld helemaal niets in voorraad hadden. Later werd ge
meld, dat de Obergefreiters Heimud Gunther en Leo Ludeker bij A. Ruiter
"zwei Fahrrader" in beslag genomen hadden; hij had eerder opgegeven,
èèn heren- en èèn damesrijwiel zonder banden te bezitten.
Maar niet alleen moesten de nieuwe fietsen opgespoord worden, ze
schroomden ook niet, ze vrolijk te vorderen, onderweg. Op een kwade
dag waren ze druk in de weer geweest met het vorderen van fietsen, de
argeloze voorbijganger werd vriendelijk(en soms ook minder vriendelijk)
gevraagd, zijn of haar rijwiel af te staan. De gevorderde tweewielers
werden keurig opgeslagen in de tuin van het Gemeenthuis. Achter de hek
ken, daar waren ze veilig, dacht de argeloze Duitser, een wacht voor
het Raadhuis bij de ingang, zo kon er niets mis gaan.
Ze hadden buiten de waard gerekend, in dit geval buiten de bode van
het Raadhuis, die in de tuin de fiets van zijn zuster had gezien. Den
ken en doen was èèn, de kelder door an de tuin in, de fiets pakken en
over het hek aan de zijkant zetten. Een juist voorbij lop ende voetgang-
sterwerd gevraagd, de fiets op het juiste adres te brengen. Nu had die
voetgangster juist een wandelwagentje met een kind erin bij zich. Geen
nood, het kind en het wagentje werden gestald bij Boekhandel Bakker (nu
B&W aan de Straatweg) en de fiets ging richting stal. Het kind werd op
gehaald en "leefde nog lang en gelukkig". Wel was het zo, dat in de be
treffende familie lange tijd geen gebrek was aan fietsbanden.
Maar nog was het niet genoeg. In 1943 begon men met het in beslag ne-1
men van radiotoestellen. Aanvankelijk mocht men nog wel zijn radiotoe
stel houden, alleen de Engelse zender was ten strengsten verboden.
We deden in die tijd ook aan energiebesparing en Siemens Voorlichtings
dienst gaf in die eerste tijd tips, het radiotoestel nooit onnodig te
laten aanstaan. "Alleen Uw toestel inschakelen als U ook echt wilt
luisteren" was het advies. Zodoende spaart ge stroom, maar bovendien
Uw lampen. Een radiotoestel gebruikt aan stroom ongeveer evenveel als
een gloeilamp. Wie naar deze adviezen luisterde, kon er zijn voordeel
Bij de foto: Een proclamatie van Burgemeester Swaalf.
18=