Onder zijn pet vandaan sijpelde een dun straaltje bloed, op de vraag of de verwoning ernstig was, werd gezegd, dat hij slechts een licht tikje op zijn hoofd gehad had; zoals later bleek, was dit noodzakelijk, om Geertsma te vrijwaren voor vervolging door de Duitsers (sinds die tijd droeg hij nooit meer een pet)Beleefd doch dringend werd de kassier ge vraagd de kluis te openen en in een mum van tijd werden de bonkaarten in jute- en postzakken gestouwd en naar de gereed staande blauwe auto ge bracht. Aan het stuur Fritz Conijn, naast hem Hans Voskuil. Distributie ambtenaren en het nog aanwezige publiek werden naar de leeggehaalde kluis gevoerd en ingesloten, de leider (Pierre) zei door het sleutelgat, dat hij de sleutel aan een spijker had opgehangen. In de kluis ontstond geen paniek, het licht had men laten branden en de lucht was draaglijk. Ongeveer een half uur later hoorde men stemmen buiten het kantoor, waar van men de stem van dokter Barnhoorn herkende, de toenmalige directeur van de Willibrordusstichting. De ingeslotenen konden vertellen, dat de sleutel ergens moest hangen, en daardoor wist dokter Barnhoorn de inge slotenen te bevrijden. Intussen was ook de toenmalige burgemeester, C. Swaalf, gearriveerd. Deze sloeg groot alarm en stelde de Duitse militai ren op de hoogte. De buit bij de overval bedroeg ongeveer 15.000 bonkaarten en lag onder tussen al veilig opgeborgen in een boerderijDe blauwe auto stond - als of er niets gebeurd was - weer in de Nassaugarage. De overvallers hadden allang een veilig heenkomen gevonden. Van de acht, die de overval pleegden, vonden er enkele weken later vijf de dood voor de Duitse vuurpelotons of in een vuurgevecht. In Juni Jaco- bus Francken en Albertus Reulen te Bloemendaal, in September Fritz Conijn en Hans Voskuil in Vught, en in October Gerard Veldman bij het vuurge vecht bij Rustenburg. Van dezen waren er twee Alkmaarder, namelijk Fritz Conijn, leider van de K.P. Alkmaar en"Gerard Veldman, een hoogstaand mens met grote principes; hij bad voor hij de stijd inging en hij zou zeker geen bevel opvolgen, als hij voor zichzelf niet de overtuiging had, dat de actie verantwoord was. Mr. J.P.M. de Bie (Pierre) bleef te Alkmaar en overleed in 1972. Bij de overval op het Gemeentehuis noch bij de overval op het Distributie kantoor is van Nederlandse zijde de Ortskommandant ingelicht.Deze is hier over byzonder gebelgd, en schrijft als volgt naar onder meer de Burgemees ter van Heiloo; "Zum zweiten Male innerhalb kurzer Zeit ist in der Gemeinde Heiloo ein U- berfall von bewaffneten Terroristen auf Gemeindeeinrichtungen erfolgt. Schon anlasslich der Ausraubung der Rathauses habe ich darauf hinweisen lassen, dass die Nichtvornahme einer Meldung an die Wehrmacht einen Ver-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1980 | | pagina 11