perwachtmeester (nu gepensioneerd adjudant) H. de Groot. Swaalf had in
tussen een auto aangehouden met een paar Duitse officieren en reed daar
mee richting Ter Coulster, waar de overvallers de velden in waren gegaan.
Op zijn dooie gemak ging ook de opper er achteraan, de overvallers ech
ter waren niet meer te vinden. Swaalf en de officieren zochten intussen
Ter Coulster af, en daar ging de opper ook maar heen. Een der overval
lers had ongelukkig genoeg in de vlucht zijn jas verloren, die door de
opper gevonden werd. Alles, wat erin zat, maskers, lucifers, sleutels,
stukjes papier met aantekeningen, alles werd er door hem uitgehaald, en
toen begon hij te roepen: Ik heb een jas gevonden.... De jas werd door
de officieren tot en met bekeken, maar er was niets meer in te vinden,
dat zat veilig in de uniformzak van de politie. Later zijn er zelfs nog
speurhonden ingezet, maar alles zonder resultaat.
Deze dingen lijken in onze ogen nu haast wild-west achtig, maar zijn ge
beurd. Een ambtenares van het Gemeentehuis evenals een ambtenaar en ad
judant De Groot weten er nog alles van want zij hebben het meegemaakt.
OVERVAL_OP_HET_DISTRIByTIEKANTOOR_DOOR_DE=K^Pi=ALKMAAR
De leider van de K.P. Alkmaar was Fritz Conijn. Samen met Pierre de
later bekende Alkmaarder Mr. J.M.P. de Bie, stippelde hij de overvallen
op distributiekantoren uit. Soms gingen ze brutaal te werk.
In Heiloo was het distributiekantoor gevestigd sedert Juni 1940 in de
kantoren van de Firma P. de Jager en Zonen, bloembollenhandelaren, aan
de Kennemerstraatweg, juist tegenover de St. Willibrordusstichting, waar
in toen het Marine-lazaret van de bezetters gevestigd was.
Op 12 Mei 1944 was het druk in het Distributiekantoor; velen kwamen in-
formerer naar het een en het ander. In het halletje zat veldwachter Th.
Geertsma (in die tijd hadden de plaatselijke politiemensen afwisselend
"dienst" in het Distributiekantoor voor de bewaking ervan)Heel op zijn
gemak, zij het met een geladen revolver, zat Geertsma daar, heel rustig.
Er stond nog een behoorlijke rij bezoekers voor de loketten; wel opval
lend was, dat er erg veel mannen bij waren. Even voor èèn uur - de voor
deur was juist gesloten en de laatste drie klanten werden juist geholpen,
aan de loketten - ging er een jongeman, die juist nog met veldwachter
Geertsma in gesprek was, met getrokken revolver na^r het loket "Inlich
tingen" en zei rustig: "Handen omhoog en rustig blijven". Tegelijkertijd
klommen nog een man of vijf over de afrastering bij de loketten, openden
de tussendeur, en dreven het distributiepersoneel en de laatste drie be
zoekers tegen de muur. Met de handen omhoog werd ook veldwachter Geerts
ma binnengebracht en tegen de muur geplaatst.
8=