16 Bij de bul "Inter gravissima" bepaalde de paus dat na 4 october 1582 15 october zou volgen. Om te voorkomen dat op den duur de vroegere ongewenste toestand zou terugkeren (c.q. er voor te zorgen dat het len tepunt op 21 maart zou blijven vallen!), bepaalde hij dat de eeuwjaren die niet door 400 deelbaar zijn, voortaan geen schrikkeljaren meer zou den zijn, dus 1700, 1800, 1900, 2100 enz. Er zou nog wel "geschrik- keld" worden in 1600, 2000, 2400 enz. Alhoewel deze tijdsrekening nog niet geheel zuiver is, bedraagt het verschil tussen zonnejaar en kalen derjaar pas na meer dan 3000 jaar 1 dag. Het pauselijk bevel werd in de Roomskatholieke gebieden uitgevoerd. In de Protestantse landen ontbrak uiteraard het gezag van de paus, wat tot gevolg had dat men daar nog aan de oude Juliaanse kalender bleef vasthouden. Bovendien viel deze kalenderwisseling in een tijd van gods dienstoorlogen, welke bepaald niet bijdroegen tot een loyale uitvoering van de pauselijke bul. Eerst in 1700 namen de Duitse Protestantse sta ten en Denemarken de nieuwe Gregoriaanse kalender aan, in 1701 de meeste Protestantse cantons in Zwitserland, in 1752 volgde Groot Brit- tannië, in 1753 Zweden enz. In de Nederlanden werd in het onder gezag van koning Filips de He van Spanje staande Zuiden aan de pauselijke bul uitvoering gegeven. Voor de overige (overwegend Protestantse) gewesten bepaalde de aan het hoofd van de regering staande Katholieke hertog van Anjou bij plak kaat van 10 december 1582, dat de nieuwe kalender aldus werd inge voerd, dat op 14 december 1582 25 december zou volgen. Aan dit bevel werd niet door alle gewestelijke staten gehoor gegeven; alleen de sta ten van Brabant en Zeeland voerden het dadelijk uit. Daarna volgde Vlaanderen - van 21 december 1582 op 1 januari 1583, dan Holland van 1 op 12 januari 1583 en tenslotte de stad Groningen (door het verraad van Rennenberg in 1580 onder Spaans gezag) - van 10 op 21 februari 1583. Na de verovering van Groningen door prins Maurits in 1594, werd de Gregoriaanse kalender afgeschaft en de Juliaanse kalender weer ingevoerd. Het gevolg van een en ander was dat nog gedurende de gehele 17e eeuw de gewesten Gelderland, Utrecht, Friesland, Overijssel, Drente en Groningen de "oude stijl"(O.S.) gebruikten en de overige gewesten de "nieuwe sti jl"(N.SDaardoor bleef er tussen deze gebieden een tijdsverschil van 10 dagen bestaan. Genoemd verschil in tijdrekening was er tevens de oorzaak van dat Pasen en andere hierdoor verander lijke feestdagen in het ene gebied soms op andere dagen werd gevierd dan in het andere gebied. Eerst in 1700 ging men in navolging van de Duitse Protestantse vor sten over op de nieuwe stijl. Na 28 februari 1700 was inmiddels het verschil met de Gregoriaanse kalender weer met een dag toegenomen,

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1979 | | pagina 18