1 Juliaanse kalender. Onze huidige tijdrekening is hoofdzakelijk afkomstig van de Romeinse kalender, welke bij de kalenderhervorming door Julius Caesar in 46 voor Christus zijn definitieve regeling kreeg. Volgens deze Juliaanse tijdrekening bestond het jaar uit 365 dagen en 6 uren. Laatstgenoemde 6 uren ontstonden doordat de omloop van de aarde om de zon nagenoeg een kwart dag langer duurt dan 365 dagen. Ter correctie daarvan werd om de 4 jaar een schrikkeljaar van 366 dagen ingevoegd. Schrikkelja ren waren die jaren die door 4 deelbaar waren, waarbij de schrikkel dag als van ouds achter de 24e februari werd ingevoegd, zodat de 24e februari in een schrikkeljaar dubbel geteld werd. De Juliaanse kalender is voor de middeleeuwse geschiedenis van de Nederlanden van beperkt belang en kwam hoofdzakelijk voor in plechti ge stukken als oorkonden. Ondanks dat genoemde kalender gedurende de gehele middeleeuwen werd toegepast, ontstond daarnaast een ander systeem van tijdrekening, n.l. de datering met behulp van kerkelijke feestdagen. In dat geval dateerde men meestentijds hetzij met de feest dag zelf, hetzij met de dag vóór of na de meest nabije feestdag. Bij voorbeeld: "des sonnendaghes na sinte servaesdach" "des manendaghes voir bamisse" of "opten octaef van Dertiendag" De dag vóór een be paalde (feest)dag werd met "avond" aangegeven, zoals St.Nicolaasavond 5 december, de dag vóór St. Ni co laas' feestdag op 6 december, of kerstavond 24 december, de dag vóór Kerstmis op 25 en 26 december. Men dient er op bedacht te zijn dat kerkelijke feestdagen in twee groepen zijn te verdelen: de onveranderlijke die een vaste plaats in de kalender hebben en de verander li jke. Laatstgenoemde zijn o.a. afhan kelijk van de paasdatum. Het vinden van de kalenderdag voor de met een kerkelijke feestdag aangegeven datum geschiedt met behulp van het "Taschenbuch" van Grotefend. 2. Gregoriaanse kalender. De astronomen hadden inmiddels ontdekt dat de Juliaanse kalender voor verbetering vatbaar was. Voigens astronomische berekening is het jaar lang: 365 dagen, 5 uren, 48 minuten en 46 seconden(=zonne- jaar), oftewel een verschil met de in gebruik zijnde kalender van 11 minuten en 14 seconden per jaar. Op zich zelf een betrekkelijk klein verschil, dat echter in de loop der eeuwen een aanmerkelijke achter stand van de kalender bij de natuur veroorzaakteIn de 16e eeuw bij voorbeeld viel het lentepunt op 11 maart in plaats van op 21 maart. Omdat dit lentepunt van belang was voor het berekenen van Pasen, stel de paus Gregorius de XlIIe zich tot doel genoemde datum terug te bren gen tot de 21 maart, zijnde de dag waarop het lentepunt zich bevonden had ten tijde van het concilie van Nicaea in 325.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1979 | | pagina 17