7
Op 1 december 1824 werden op verzoek van de weduwe H. Roder-
wijn-Bakker, in "De Rustende Jager" de molen, het molenhuis en de
door Dirk Roderwijn nagelaten landerijen, in het openbaar geveild
en verkocht. Uit de beschrijving van de vaste goederen, die in
"De Rustende Jager" werden geveild, noteer ik:
1 .Een steene windkoornmolenmet het daarbij behoorende en aange
legen huis en derzelver erven, staande en gelegen in de gemeente
Heiloo en geteekend no. 84 en 85.
De werf en het erf, waarop de voorschreven Molen en behuizinge
staan, zijn belast met eene erfpacht op grondrente van ƒ.36,-
2.een stuk weiland genaamd de Kuipersweid in de Baafjespolder
3.een stuk weiland genaamd Harmen Tames of Westerweid
4.een stuk geestland genaamd de Kroft van Blom bij de Molen
5.een stuk geestland genaamd de Sleutel.
De molen met toebehoren was wel in waarde gedaald. Willem de Wildt,
bakker te Limmen en Reinier Kraakman, landbouwer te Heiloo, kochten
de bovenstaande 5 nummers (molen, woning, erf en de genoemde lande
rijen) voor ƒ.1 .732,-. Dat is ruim ƒ.1000,- minder dan Claas Ger-
brandsz in 1710 voor molen, molenhuis en erf betaalde (ƒ.2.800,-)
De molen was vermoedelijk wel in verval geraakt, want nog geen jaar
later (22 oktober 1825) verkochten bovengenoemde heren de molen met
het daarbij gelegen molenhuis en erf voor ƒ.525,- aan Arie Fraayman,
timmerman, wonende te Heiloo.
Evenals zijn voorgangers-molenaars moest Fraayman ook ƒ.36,-
erfpacht betalen benevens kosteloos zestien en tweederde mudden graan
malen, alles ten voordele en behoeve van de eigenaar van de Hofstede
ter Coulster. Arie Fraayman heeft slechts een paar jaar zijn nieuwe
beroep van molenaar naast zijn vak als timmerman uitgeoefend. In de
zomer van 1827 werd de molen zodanig door een brand geteisterd, dat
slechts de stenen romp bleef staan. De toenmalige Heer van ter Coul
ster, jonkheer Mr. Gijsbert Fontein Verschuir, burgemeester van
Alkmaar en aldaar wonende, was bereid afstand te doen van zijn recht
uit erfpacht en daarbij behorende rechten als het kosteloos malen van
graan in ruil voor het afstaan van het restant van de rnolen en het
daarbij behorende huis en erf. Of Fraaijman een particuliere schuld
had aan Mr. Gijsbert Fontein Verschuir, waardoor de bovenstaande
ruil tot stand kwam is mij niet bekend, maar eerstgenoemde verklaarde
in een notariële akte van 1 8 augustus 1 827 opgemaakt door notaris
A.P.de Lange te Alkmaar, aan Mr. Gijsbert Fontein Verschuir ver
kocht te hebben en "mitsdien in vollen en vrijen eigendom af te staan:
"De romp van den bovengemelde wind-koren-molen, zoo als die thans
is gesitueerd, met het daarbij behoorende en aangelegen huis en der
zelver Erven staande en gelegen in de gemeente Heiloo, op het kohier