wel eens gaan kijken waar de burgervader uithing. Na lange tijd wach- ten
ten kwam zijne edelachtbare aangesjokt. Hij was minimaal beleefd en die
toen hij met zijn gasten de put ging bekijken, bleek de burgemeester eei
er zich niet in het minst om te bekommeren of het monument er ver- raï
waarloosd uitzag of niet. Zo'n put van een heilige zei hem totaal niets. vai
Hij deelde de beide heren mee dat er in de gemeentekas geen geld was, hij
maar als zij kans zagen het nodige bedrag bij elkaar te brengen, dan V°1
was hij van harte bereid in de gemeenteraadsvergadering een gunstig P01
advies uit te brengen. wa
Met architect Cuypers was Gerrit van den Bosch het al spoedig vo<
eens dat de put te veel besloten lag in de berm van de begraafplaats. onl
Het geheel zou een monumentaler karakter krijgen als er rond de put hel
wat meer ruimte vrij kwam, die dan bedekt kon worden met schelpen ro<
of grint. Daarom heen moest een haag van hulst of taxus geplant wor- zir
den, maar liefst van hulst. we
Cuypers meende terecht dat er pogingen in het werk moesten wor-
den gesteld om aan geld te komen en hij wilde van den Bosch alvast da
25 geven. Maar deze weerde dit af. Hij was van mening dat ze er ve
geen cent aan moesten spenderen als de gemeente Heiloo niets gelegen de
was aan zulk een waardevol monument. Ze hadden niet eens in de gaten 1 dij
dat ze er zelfs profijt van konden hebben. Zulk een historische plek tij
trekt toeristen en geeft bekendheid aan een dorp. "Laat de gemeente in'
Heiloo er dan ook de schande maar van dragen!" merkte van den Bosch aa
nog op. Hij had een eerste poging gewaagd. Hij wachtte op later. °P
Hoe het precies gegaan is, herinnert hij zich niet meer, maar door ma
de heer P. de Lange, zwager van voornoemd edelman en met wie van sn
den Bosch jaren lang in Alkmaar prettig had samengewerkt in de Ver- ge
eniging van Volkshuisvesting, kwam hij in relatie met de heer Maas he
Geesteranus. Ook deze was een zwager van de heer van Foreest. Hij ov
woonde in Heiloo en was lid van de gemeenteraad en als van den Bosch st<
zich niet vergist, ook reeds wethouder. Met hem had hij een gesprek en
over de vervallen Willibrordus-put. Maas Geesteranus was een ont- bi,
wikkeld en vooruitstrevend man. Hij had er wel oren naar. Hij was 't j_j(
volkomen met van den Bosch eens, dat het de gemeente tot eer strekte
zulk een monument te bezitten. In de raad werd dan ook besloten dat ee
het putje opnieuw gerestaureerd zou worden en wel onder leiding da
van Bouman die zich met van den Bosch in verbinding moest stellen.
Deze laatste wendde zich toen tot jhr. Riemsdijk, directeur van het
Historisch museum te Amsterdam om inlichtingen omtrent de wapens Wi
die naar zijn mening op het hek moesten worden aangebracht nl. van
het bisdom Utrecht, van Noord-Holland en Heiloo. Toen Cuypers
van den Bosch ook eens wees op de kosten die hij als architect moest
maken, reageerde hij laconiek:"Ik doe mijn werk gratis en architec- di
10