17
toegangen, die kerkplein en straat scheidden, sneuvelen,
evenals de populieren daarachter en de oude garage; er komt
een trottoir, het kerkplein wordt ervan gescheiden door een
lage muur, die eveneens wordt getooid met de karakteristie
ke ballen, hetgeen Pastoor Rutten ter snede deed opmerken,
dat ook in Heiloo de scheiding tussen Kerk en Staat minder
werd. Ook aan het inwendige der kerk werd nog steeds ge
werkt: de verwarming werd geheel vernieuwd en het orgel
voor het eerst sedert de bouw geheel schoon gemaakt. Dit
wordt gevierd met een concert op Zondag 17 April 1966.
Op 8 Juli 1967 wordt door de Deken van Alkmaar Pastoor
N. Reus plechtig geinstalleerd. Deze zette zich direct in voor
de vernieuwing en modernisering van het interieur van de kerk.
Het gehele priesterkoor werd gesloopt en alle zijaltaren ver
dwenen; het geheel werd opnieuw opgezet, zèèr sober. Het is
het interieur zoals we dat heden ten dage kennen. Op 24 Maart
1968 wordt door oud-Pastoor Rutten het nieuwe altaar ingewijd.
Ook op andere fronten komen er vernieuwingen: op 18 December
1966 wordt een lekenraad gekozen, drie jaar later opgevolgd
door de Gemeenschapsraad; voor het eerst op 25 Juni 1967
wordt er een H. Mis met rhythmische begeleiding gevierd, ook
wel genaamd "beatmis".
Inmiddels heeft Heiloo afscheid moeten nemen van de Zusters
Franciscanessen van Oudenbosch, en werd het Katholieke on
derwijs dat zij tot dan gedurende 45 jaar in belangrijke mate
hadden verzorgd, geheel in handen van leken gelegd; het kloos
ter werd in gebruik genomen als muziekschool.
Enkele jaren later komt er een kerkbestuur voor beide paro
chies. Dit werd nagenoeg direct voor de keuze gesteld: de pas
torie, die reeds een eeuw oud was en hoewel constructief nog
goed, toch talrijke gebreken vertoonde, slopen of grondig res
taureren. Gelukkig is, hoewel het Bisdom zich voor slopen uit
sprak en nieuwbouw niet toestond, het beeldbepalende pand
voor wat betreft het interieur geheel vernieuwd en aan de eisen
des tijds aangepast.
Pastoor Reus viert rog op 1 Juni 1975 zijn zilveren priester
feest, neemt echter per 1 5 Augustus van het jaar daarop ontslag.
Vanaf deze datum wordt zijn functie waargenomen door Pater
Th. Goossens, totdat op 15 Januari 1977 Pastoor G.H.I. van
den Berg; deze vestigt zich op de pastorie van de Moeder Gods-
kerk aan de Holleweg. De pastorie van de Willibrorduskerk ver-