719) tot het Christelijk geloof over te halen. Radboud was een heiden, echter meer uit staatskunde, dan wel uit over tuiging. Alcunius (735-804), een Angelsaksische monnik, geleerde, vriend en raadgever van Karei de Grote en levens beschrijver van Willibrord, geeft in het kort de toespraak weer, die Willibrord tot Radboud hield, om hem aan te spo ren tot het Christendom te komen. Een bedreiging met de eeuwige straffen der hel besloot deze predikatie en wel met de woorden: "Maar als gij mij, die U den weg der Zaligheid wijst, veracht, weet zekerlijk, dat eeuwige straf en helsche vlammen U wachten met den duivel, dien gij aanhangt." Maar Radboud liet zich niet bekeren. 1) Met de Friezen voelde Willibrord zich verbonden, hij verstond hun taal en hij wilde er zijn krachten en zijn leven aan wijden. Hij verkende Friesland terdege en bestudeerde naar zijn beste kunnen de verhoudingen. Hij besloot maat schappelijke betrekkingen aan te knopen met de wereldlijke autoriteiten, met Pippijn en zo mogelijk met Radboud. Ook zocht hij contact met de Paus om in diens naam en onder diens leiding te werken. Een strenge hiërarchische opbouw van bisdommen, parochieën en kloostervestigingen moesten later het "bekeringswerk" duurzaamheid verschaffen. Dat was de "missiemethode" van Willibrord, die later het voor beeld zou zijn voor Bonifacius en andere grote zendings pioniers. Na een bezoek te hebben gebracht aan Pippijn ging Willibrord in 691 naar Rome, waar hij door Paus Sergius I (687-701) werd gezegend. Vier jaren heeft Willi brord als eenvoudig monnik onder de Friezen gewerkt. Hij heeft een vastgeworteld Christendom gesticht, dat door de Noormannen (810-1010) niet meer kon worden vernietigd. Vele kerken werden door hem gesticht, onder meer die van Heiloo, volgende op die te Velsen. In 695 ging Willibrord opnieuw naar Rome met een aanbeve ling van Pippijn aan de Paus om hem tot bisschop van Utrecht te benoemen. Op 21 november 695 werd Willibrord tot missie aartsbisschop gewijd en tot bisschop van Utrecht benoemd. Daarbij kreeg hij de bisschopsnaam Clemens. Op de terug reis ging Willibrord naar Trier, waar hij in de Benediktijner

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1977 | | pagina 7