was een Rijksweg en daarover had de gemeente geen en kele zeggenschap. In 1895 wordt aan een Brussels ingezetene, de heer Lubcké, een concessie verleend voor een tramlijn van Haarlem naar Alkmaar, spoorbreedte 1 meter, geëxploi teerd met stoomtractie en aan te leggen in de berm van de rijksweg. Het beginpunt in Haarlem was op het Kennemer- plein, ten noorden van het station. Vandaar liep de lijn via Schoten, Santpoort en Velsen, waar het Noordzeekanaal werd gepasseerd, verder over Wijkeroog (Velsen-Noord), Beverwijk, Castricum, Heiloo naar Alkmaar, waar het eindpunt lag op de Nieuwlandersingel. In Heiloo liep de tramlijn vanaf Limmen aan de oostkant van de tegenwoor dige Kennemerstraatweg. Ten zuiden van de Kanaalweg was een halte juist tegenover het veilinggebouwtje wat daar rond de eeuwwisseling stond. De door de tuinders aangevoerde produkten, voornamelijk aardbeien, werden in die jaren per tram verzonden. Langs ter Coulster ging het vervolgens noordwaarts tot aan het Groentje (het huidige kruispunt bij het raadhuis) waar de tram de straatweg kruiste om vanaf de Oude Herberg tot aan de grens met Alkmaar de westzijde te volgen. Aanvankelijk ging de tram over een draaibrug over het Noordzeekanaal, maar van 1 december 1 905 af werd de tram overgezet met een pontveer. Het hoofdkantoor en de remise waren ge vestigd in Wijkeroog. Men heeft nog geprobeerd de lijn in Alkmaar door te trekken naar het station, maar dat mislukte door tegenwerking van het Alkmaar se gemeente bestuur. De vrij licht uitgevoerde baan lag op stalen dwarsliggers en was nogal slecht gelegd. Er waren twee, met klapborden beveiligde, kruispunten met de spoorlijn Haarlem-Alkmaar, en wel op de grens Velsen-Beverwijk en in Castricum. Op voorschrift van de gemeenten Velsen en Beverwijk reden de locomotieven altijd met de schoor steen achter, daar het uitzicht van de machinist niet door rook of stoom mocht worden belemmerd. Ze werden aan de eindpunten gedraaid, waarvoor in Haarlem een keer- driehoek was aangelegd en bij de remise te Velsen-Noord en het eindpunt in Alkmaar een draaischijf. Begin 1896 was het gedeelte Haarlem tot de remise in 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1977 | | pagina 15