11 Aldus gepubliceert en geaffigeert (aangeplakt) tot Heijloo, den 22 januarie 1760 Ter ordonnantie van Regenten voornoemd, "Willem Laarman Zoals U ziet, kende men toen al een premie toe aan hem, die het eerst aanwezig was. De contróle op degenen, die niet opkwamen, was op die toegepaste manier heel eenvoudig en vooral doeltreffend. P.H.J. van Loon DE TRAMLIJN HAAR LEM-ALKMAAR Ruim een kwart eeuw lang werd het centrum rond de Witte Kerk, met name dat van de Buurt (zo werd het gedeelte van de Kennemerstraatweg tussen de Kerklaan en het Raadhuis in de twintiger jaren in de volksmond genoemd) beheerst door de stoomtram Haarlem-Alkmaardie meerdere keren per dag door Heiloo reed. Daarvóór was het de postwagen of diligence die, toen na het vertrek van de Fransen in 1 81 3 de klinker straatweg Haarlem-Alkmaar werd gemaakt, het openbaar vervoermiddel werd. Iedere ochtend om 9 uur vertrok een wagen van Haar lem naar Alkmaar en tegelijkertijd een in omgekeerde richt ing. Later werd het noodzakelijk het aantal ritten tot twee per dag uit te breiden. Omstreeks 1820 was het tarief voor het traject Alkmaar-Haarlem 2 guldens en 10 stuivers daarmee verkreeg de reiziger het recht "15 pond Nederlandsch" dat is 15 kg.aan bagage vrij mee te voeren. De hele rit duurde, het oponthoud op de pleisterplaatsen onbegrepen, bijna 6 uren. De aanhef van een gedicht dat Nicolaas Beets aan deze diligence wijdde, luidde: In den ouden bolderwagen Die van Alkmaar op Haarlem rijdt, In den wagen van Van der Hagen Gebruik ik voortreffelijk mijn tijd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1977 | | pagina 13