waren de wei- en hooilanden. In Kennemerland ontbrak echter een duidelijk naar voren treden van het "veld" 0. De boerenbehuizingen lagen veelal rond de geest aan de weg met het bouwland voor de deur en het grasland er achter Volgens de typologie van Keuning zou men dit wel eskransdorpen kunnen noemen. Bijzonder is echter, dat er in het gebied van Heiloo geen oude geesten te onderkennen zijn, terwijl wel geesten voorkomen in de rondom Heiloo gelegen nederzet tingen. Misschien was er in Heiloo, centraal gelegen in Kennemerland, en zoals de naam schijnt aan te duiden een heilig bos Deze veronderstelling wordt mede- ondersteund door het feit, dat de Christenprediker Wil- librord, die bij voorkeur kerken op oude offerplaatsen bouwde 5)f in het begin van de 8e eeuw juist te Heiloo één van de moederkerken 6) stichtte, van waaruit de kerstening werd voortgezet. Doordat het oorspronkelijk aspect van het cultuur landschap door moderne vormen van grondgebruik bijna geheel verloren is en historische bronnen geen gegevens verstrekken, is een betrouwbare reconstructie van het middeleeuws nederzettingspatroon onmogelijk. Over het algemeen kan men wel aannemen, dat het nederzettingspatroon tot aan het eind van de Middeleeuwen grotendeels bepaald werd door het gemengd bedrijf, dat op 1). Atlas van Nederland, tekstblad LX-I Nederzettingsvorm, 1964. 2). J.K. de C ock: Bijdrage tot de historische geografie van Kennemerland, pag. 90. 3). H.J. Keuning: Nederzettingstypen in Nederland, T.A.G., deel LV, 1938, pag. 629-653. 4). J.K. de Cock: Bijdrage tot de historische geografie van Kennemerland, blz. 230. 5). Jan en Annie Romein: De lage landen bij de zee. Deel 1, blz. 182. 6). Andere moederkerken stonden in Ylaardingen, Oegstgeest, Yelsen en Petten. 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1976 | | pagina 5