m
Ik wilde ook erg graag op de drumband. Het mocht
niet van mijn moeder. Van mijn vader mocht ik het wel
en hij regelde dat ik op de wachtlijst kwam. Eindelijk,
in november 1967, was het dan zover. Ik
kwam tussen de middag uit school, en ik
vergeet nooit dat mijn vader mij tegemoet
liep in de bijkeuken en mij mededeelde:
"Groot nieuws van de drumband:
mevrouw Graas is hier geweest om te
zeggen dat jij op de drumband mag. Ze
heeft gezegd dat jij naar mevrouw van
Santen moet gaan om te horen welk
instrument je gaat spelen en wanneer en
waar de repetities zijn." Direct ging ik
rechtsomkeer met de fiets naar mevrouw
van Santen.
Ik wilde erg graag trommelen, maar kreeg
te horen dat ik de bazuin mocht spelen
en dat de repetities op donderdagavond
waren in de oude kleuterschool beneden.
Die ruimte was groot, omdat van de 2
voormalige kleuterklasjes 1 ruimte was gemaakt. Ik zal
nooit vergeten dat ik, toen ik de eerste keer zo trots als
een pauw aankwam, de zwarte koffer met de bazuin
in handen kreeg van Arie Graas en mijn contributie
betaalde: 0,75.
Mijn instructeur was Nico Beemster. Ik moest de
tweede stem spelen, maar daar vond ik niets aan. Ik
speelde gewoon de eerste stem en met de repetities
deed ik alsof.
Ik herinner me nog bij de bazuinen: mijn nicht Ank
Verduin, Willy Vermaas, Hanka Mokry, Sjaan Schut,
Bep van der Eng, Esther de Rouw, Willy Pepping
Marga Kerssens, Gesina Jongerius en Anita de Roos.
Elke donderdagavond was het vaste prik: na afloop
was je 75 cent armer en een gratis rookwalm rijker.
De bazuinmarsen die gespeeld werden waren o.a. de
Kleine Quadrille, Onze Majorettes, Jeugd en Dixieland
en de Cha cha cha.
Na een paar maanden kreeg ik van mevrouw van
Santen te horen: "Jij mag maandagavond bij mij komen
om een uniform te halen. Dan kun je meelopen op
30 april." Dit gold ook voor Marian van Til en Anja
Hoogenboom en samen gingen wij erheen.
Mevrouw van Santen had mijn vader gesproken: "Zeg
Tinus, Karin oefent thuis zeker erg veel op de bazuin,
want ze is een van de besten!" Alleen, ik oefende thuis
van mijn levensdagen niet, want ik zag daar totaal het
nut niet van in en ik vond het bovendien tot vervelens
aan toe ook nog vreselijk saai. Niet veel later volgden
de concoursen, de eerste was in Zevenaar, vlak bij de
94
Duitse grens, en dat vond ik helemaal geweldig! We
zongen liedjes in de bus, zoals: Bij ons in Akersloot,
daar is het een pracht.
Daar geven de koeien wel een liter of acht. En als ze dat
niet geven, dan geeft het geen zier. Dan is het geen koe
meer, maar dan is het een stier! Een aantal van ons ging
ook liedjes voor in de bus zingen met de microfoon. Ik
zong altijd het liedje 'Een klomp met een zeiltje' van
Wilma, die toen populair was. Helaas was een verdere
zangcarrière voor mij niet weggelegd.
Ook gingen we naar Limmen, Egmond aan
Zee, Amsterdam, Schoorl en Hoogwoud, en we
hadden ook eens een optreden bij de wielerbaan in
Alkmaar en in Den Helder. Ook traden we op voor
jubileumhuwelijksfeesten en trouwtjes voor leden en de
instructeur voor de tambours, dhr. Dekker in Uitgeest,
en later voor zijn opvolger dhr. Swart. Er was één
optreden midden in de winter, dat vond ik vreselijk:
een zondagmiddag in Zuidschermer, vreselijk koud,
open vlakte in de polder, eindeloze weg met amper
huizen en nog minder kijkers aan de weg. Ik vraag me
nog af waar dat in Gods naam goed voor was
Er was ook een optreden dat op mij diepe indruk
maakte: het optreden tijdens de opening van de Liliade
in 1970 door prinses Beatrix en prins Claus, op een
koude regendag. Een keer per jaar hadden wij een
prachtige feestavond in diezelfde ruimte en ik herinner
me nog een duo-optreden van Francis Kimmel en
Lida Leijen, die een dansje gaven op de grote hit 'Back
Home' van Golden Earring. Dat was ontzettend leuk!
Wel stond het die avonden in een rap tempo blauw van
de rook!