69. Steigervisclub 't Pontje
Van een echte club in de zin van aangesloten bij een
landelijke organisatie kan je niet spreken, maar van een
echte club in het kader van gezelligheid en sportieve
strijd op eigen niveau wel degelijk. En vooral qua
originaliteit en absurditeit is deze club een unicum
geweest in het Akerslootse verenigingsleven.
Het begon allemaal op een woensdag in het voorjaar van
1988 toen Gerrit Riesebosch en zijn dochter Juut even
gingen vissen op het parkeerterrein bij het Pontje. De
langs fietsende Peter Velzeboer kreeg ook een hengel
in zijn handen gedrukt en moest meedoen. Na een
uurtje kwam cafébaas Piet Bruijn eens aangelopen (op
woensdag was 't Pontje dicht) en liet hij door zijn Gerda
koffie brengen. Meteen werd de afspraak gemaakt
volgende week weer te gaan vissen en dan voor elkaar
een klein prijsje mee te nemen. Waarschijnlijk had de
cafébaas onder zijn klanten flink reclame gemaakt,
want er kwamen maar liefst 9 vissers; naast genoemde
3 waren er Wim Kaandorp (oom Pim), de Vroet, Joop
Flessie, Ome Cor (garagehouder te A'dam, zomers op
jachthaven Verduin), Dick Leijen en Klaas Ton.
Dus een club was geboren, er moesten reglementen
en structuur komen. Onder andere werd besloten dat
alle leden voorzitter waren en elkaar op de
clubavonden ook zo aanspraken; er zou 1
voorzitter/penningmeester (VP) zijn en 1
voorzitter/secretaris (VS). Er mocht alleen
op de steiger (en 10 meter noord en zuid
ervan) gevist worden en absoluut niet in
de ponthaven. Als iemand op een stek veel
ving, mochten alle anderen daarbij gaan
liggen, en als de VS een vis ving, diende elk
aangesprokene onverwijld die vis eraf te
halen en een wurm eraan te doen, aangezien
die dat zelf niet deed (durfde).
Het eerste seizoen werd afgesloten met een
gezellige avond en er werden diverse bekers
uitgereikt; eentje met een brilletje erop gelast
voor de meeste (schele) posten, één van vishandel
Kerssens voor de meeste palingen en één van garage
Leijen voor baarzen. Kortom: 9 voorzitters, 9 bekers
en een prachtige avond. Aangezien het geen besloten
avond was, gaf één van de andere gasten (raadslid
Nel Heijenga) aan dat elke vereniging in Akersloot
recht had op een minimale subsidie van 250 gulden.
Maar aangezien we toen al besloten hadden dat we
70
alles 'andersom' zouden doen, was dat bedrag te hoog.
Immers, in geval van subsidie moesten wij dat aan de
gemeente betalen en we vonden 50 wel genoeg. Twee
keer hebben we geprobeerd dat over te maken aan de
gemeente, twee keer werd het teruggestort vanwege
'niet weten waar te boeken'.
In de seizoenen daarna kwamen er regelmatig
voorzitters bij (je kon pas voorzitter worden als
iedereen het ermee eens was en dan kreeg de nieuwe
dan ook 2,50 van alle andere voorzitters). De wat
jongere kandidaten zoals Dick Krom, Rob Schoon
en de broers Harold en Marcel Kok waren eerst een
jaar adjudant (wurmen zoeken, niet vissen, alleen maar
afhalen en ontknopen), daarna een jaar Voorzitter Op
Proef (V OP) en vervolgens pas volwaardig voorzitter.
Ondertussen waren Kees Snip, Frans van Ooijen,
Theo Adrichem (Uitgeest), Eef Riesebosch (Alkmaar),
Ted Duin, Pim Hangjas en Jaap Groot (slagers uit
Kennemerland) erbij gekomen en hadden we een vaste
supportersvereniging met als bestuur: Lau van Roon,
Herman Blokker, Hans Kortbeek en Roel Walsarie
voor de internationale contacten.
Bijna iedere week waren er gastvissers; op één avond
is er zelfs alleen maar gevist door 14 gastvissers (een
naamsticker op hun rug), terwijl de 14 voorzitters
lekker op het terras zaten.
Regelmatig werd er ook een wedstrijd georganiseerd
tegen de bootclub van De Sander, waarbij de hele
steigervisclub plaats nam op de Pikpot van de Fa. Dil.
We haalden zelfs de krant (1994) toen voorzitter Bruijn
een keer op het meer een (levend meegenomen) meerval
ving (die toen niet meer voorkwam in Nederland, maar
kundig aan zijn haak gedaan was door de Pikpot-
bemanning Wim Verduin en Hennie Velzeboer).