B. Verenigingen die zich richten op het verlenen van hulp
In Akersloot waren ooit 12
verenigingen die zich richtten
op het helpen van de medemens.
Van deze verenigingen zijn er nog
twee overgebleven: de Vrijwillige
Brandweer en De Zonnebloem.
37. Vereniging Vrijwillige Brandweer
Akersloot
Bij het horen van de Vereniging Vrijwillige Brandweer
Akersloot zullen veel mensen hun wenkbrauwen
fronsen, een vereniging?
Even terug naar het begin van het ontstaan van de
brandweerzorg in Akersloot. Deze werd geregeld
in keuren. Zo moesten huizen een brandemmer en/
of lantaarn hebben en op centrale plekken hingen
brandhaken. Dan kon men vanaf de her en der in
het dorp gegraven blusvijvers een rij vormen en deze
emmers steeds aan elkaar doorgeven. De brand echt
blussen deed men niet, het was meer de omgeving nat
houden, met de brandhaken werden dan de brandende
delen omgetrokken zodat deze niet de naburige huizen
konden aansteken. Dit is overigens een tactiek die nu
in 2020 steeds meer wordt toegepast bij branden in
industriepanden, dit om de veiligheid van de brandweer
te waarborgen. Ze waren vroeger zo gek nog niet!
Honderden jaren ging het zo in het kleine Akersloot
en omdat de huizen verspreid stonden in de diverse
buurtschappen was ook de noodzaak van aanpassingen
niet groot. Dit veranderde toen in mei 1823 de
Gouverneur van Noord-Holland een brief stuurde
naar de Schout (burgemeester) waarin hij de opdracht
gaf om "onverwijld over te gaan tot het formeren
van een regelement tot voorkoming van brand en het
aanschaffen van middelen tot blussing van brand". Dit
was al de tweede keer dat deze brief naar Akersloot was
gestuurd. Maar Schout en Schepenen voelden er niet
De eerste brandweerauto met bemanning bij het inhalen van de nieuwe
burgemeester in 1958
V.l.n.r.: Nico Roemer, Jaap Leijen, Piet Schouten, Niek Blokker, Klaas
Kaandorp, Jo Velzeboer, Jaap Broersen, Maarten Kerssens en Dirk Buur.
De huizen op de achtergrond staan op de hoek Hoornselaan - Pontweg
Noord.
veel voor, mede omdat de gebouwen in Akersloot ver
uit elkaar stonden en een brandspuit zou dus niet veel
nut hebben.
In 1824 dragen de Gedeputeerde Staten van Noord
Holland Akersloot op tot aanschaf van twee
brandspuiten. Nog steeds voelt men er weinig voor en
er wordt dus ook niets gekocht. Pas zeven jaar na de
eerste brief wordt er in augustus 1830 een brandspuit
gekocht en een reglement opgesteld. Hierbij werden 125
manschappen aangesteld om het geheel te bedienen.
In 1832 werd bepaald dat, als er brand was, de klokken
van de kerk werden geluid en overdag de vlaggen
werden uitgestoken en lantaarns 's nachts vanuit de
toren. De oude kerk aan het Dielofslaantje had een veel
hogere toren dan de huidige kerk en was dan ook goed
zichtbaar in alle hoeken van het dorp.
In december 1856 stelde de raad van de gemeente
Akersloot de verordening op het brandweerwezen
officieel vast. Hierin stond dat alle mannelijke ingezeten
van 18 tot 60 jaar verplicht waren op te komen om de
brandspuit te bedienen in geval van brand. (Hiervan
vrijgesteld waren o.a. ambtenaren, molenaars,
pontschippers, geestelijken en bewoners van de Oost
en Westwoude, de Starnmeer en de Kogerpolder.) Dit
noemt men de zogenaamde "Plichtbrandweer".
30