Het is duidelijk dat het talent om het mooi te zeggen nog aanwezig is
in de familie. Uit deze familie komen ook enkele brieven over zijn werk
in Akersloot. Jan de Boer (Jent, zeggen ze in Volendam) komt daaruit
naar voren als iemand die de veranderingen, die er na het Tweede
Vaticaans Concilie zullen aankomen, al voor is. Hij komt met een lijst van
aanbevelingen (1962) aan het kerkbestuur. Onder andere vraagt hij geen
land meer te verpachten aan mensen die het onderverpachten voor de
winst, het plaatsengeld af te schaffen (niet meer van deze tijd), de aparte
afdelingen voor mannen en vrouwen op te heffen, de diensten niet meer
zo vroeg te houden en zo lang te laten duren, nieuwere kerkliederen voor
het zangkoor te kiezen, de mondige parochiaan te waarderen in plaats
van ze te zien als lastig, etc. Dit zijn vragen die hij veelvuldig heeft gehoord
onder de parochianen, maar het is duidelijk dat hij hun mening deelt. Een
progressief priester dus, zeker voor die tijd. Het brengt hem wel in aanvaring
met zijn conservatieve baas, pastoor Van den Berg.
In een volgende, bijna intieme brief, aan zijn visitator, vraagt hij dan ook
hulp bij het zoeken naar een andere
standplaats (dat had B. en W. een reisje
kunnen besparen...): "(...)Hij (de
pastoor) is conservatief en dat ben ik nu
eenmaal niet en dat zijn de parochianen
evenmin. Ik heb gedurende de acht jaar
en zeven maanden van mijn verblijf
hier geprobeerd te verzoenen en te
overbruggen, maar dat lukt natuurlijk lang
niet altijd. Nu verwijt de pastoor mij, dat
ik zijn werk doorkruis en dat heb ik echt
niet verdiend. Ik heb hier heel hard gewerkt en mezelf in geen enkel opzicht
gespaard en God heeft mijn werk ook wel gezegend. Ik kan het gewone
kapelaanswerk best doen, mits ik me onthoud van sommige dingen. Overigens
word ik dit jaar nog 54. Het is misschien goed als u mij hier niet weghaalt voor
Kerstmis, want in de week voor Kerstmis moet ik drie uitvoeringen geven van
een kerstspel met 30 kinderen. Hiervoor zijn afspraken gemaakt en ook veel
onkosten gemaakt. Hierop wordt door de verenigingen gerekend en het zou
jammer zijn als de mensen teleurgesteld moesten worden. Overigens laat ik
dit helemaal aan uw oordeel over. Ik weet, dat u als beginsel hebt allereerst te
zien naar de mensen en daarom weet ik mijn toekomst veilig in uw handen.
Het afscheid van Akersloot zal me pijn doen, maar ik heb nu de gelegenheid
me erop voor te bereiden, zuiver innerlijk natuurlijk.
De Boer kon terugvallen op zijn orde, waar blijkbaar ook iemand was die
hem volgde en die hij in vertrouwen kon nemen. De visitator reageert in een
warme brief: Ik dacht, dat je vastgeroest zou zijn aan Akersloot. In je
brief komt ook wel duidelijk uit, dat er inderdaad een heel groot stuk van je
97
Kees van Volendam.
Uit het archief van
de Lazaristen in
Helden-Panningen.
Waarom Jan de Boer
hier zo wordt betiteld
is niet bekend.
Kapelaan De
Boer zit met
speeltuinvoorzitter
Arie Schoon op
de rand van de
zandbak tijdens de
laatste avond van de