een grote hindernis had opgeworpen. Bij dit alles echter is het vooral kapelaan
Jan de Boer die wordt geslachtofferd en onverdiend eerloos het veld moet
ruimen.
Kapelaan Jan de Boer
Binnen zeer korte tijd was hij uit het dorp verdwenen,
nog net niet in pek en veren, maar met 14 dagen was zijn
alom aanwezigheid in de katholieke kring gereduceerd
tot nul. Wie was deze man die toch 11 jaar met hart en
ziel voor parochie en dorp gewerkt had?
Hij is op 28 december 1908 geboren in Volendam
als zoon van visser Kees de Boer en Aaltje Tuijp.
Als zevenjarige jongen verloor hij zijn vader en dat
betekende armoede. De botter waarmee zijn vader
viste moest worden verkocht en alle leden van het gezin
moesten meehelpen iets te verdienen. Jan maakte als
9/10-jarige al viswant klaar, pelde garnalen en bezorgde
de krant. Meteen na de lagere school moest hij als
jongste maatje met een botter mee de zee op, en dat was
Jan de Boer tijdens een hard leven. Twee jaar later kreeg hij een baantje op de touwbaan in Edam.
En na 7 jaar alle dagen lopend heen en terug volgde, toen de tijden slechter
werden, ontslag. Hij was daarna ook nog klompenverver en flessenspoeler
bij de dorpsapotheek. Pas op 22-jarige leeftijd kreeg hij de kans om naar
het seminarie te gaan, de eerste
jaren bij de Salesianen van Don
Bosco te Kortrijk in België.
Zijn theologie deed hij bij de
Lazaristen te Helden-Panningen,
waar ze heden ten dage nog
gevestigd zijn. Na een poos in het
sanatorium vanwege TBC werd hij
pas in 1942 in Haarlem tot priester
gewijd. Hij was toen dus 34 jaar.
Hij was daarmee één van de ruim
100 priesters die Volendam heeft
voortgebracht.
94
;r «k.
Het missiehuis Sint
Jozef in Zijn matige gezondheid heeft hem zijn verdere leven veel parten gespeeld,
Helden-Panningen. maar hij heeft dit met zijn sterke wil en doorzettingsvermogen lang kunnen
compenseren. Hierna werkte hij op verschillende plaatsen, onder andere in
Dordrecht, Leeuwarden en Schaesberg, als kapelaan. De Lazaristen waren
eigenlijk missiepaters, maar naar die missie zal hij, vanwege zijn gezondheid
lijkt me, nooit gaan. Hij komt in 1954 naar Akersloot om te werken aan de