In de herfst, eind oktober - begin november, werden de bollen gerooid. Ook hierbij geldt dat het werk in vroegere jaren met de hand gebeurde. Tegenwoordig bespaart men veel tijd door gebruik te maken van rooimachines. In de winter vond het pluizen plaats. In de bollenschuur werden de wortels van de bollen verwijderd en de stengelbolletjes eraf gehaald. Het plantgoed werd daarna in kisten naar het land gebracht en ingekuild. In februari werd het plantgoed weer uit de kuil gehaald en op maat gesorteerd. Later gingen de bollen de koelcel in. Tegenwoordig worden ze ook wel ingevroren, dit om de ontwikkeling van de spruit stil te zetten. Naast bovengenoemde werkzaamheden waren de telers gedurende het gehele jaar uiteraard ook nog bezig met klussen als het bestrijden van ziekten en virussen, het bestrijden van wateroverlast, de administratie, het verkopen van de bollen, enzovoort. Daar de telers over het algemeen op meerdere tuinen werkzaam waren was ook het transport een belangrijk onderdeel van het werk. De allereerste kwekers hadden hiertoe beperkte 78 Bart Dekker rooit bollen op het Poepenland. Dit land lag tussen de Boschweg en de Koningsweg. Op de achtergrond zien we de Kerkedijk (nu Dorpsstraat). Klaas Blokker in 1970 op zijn handtrekker, een middelen Agria.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2020 | | pagina 79