Het bedrijf is groeiende heen gegaan met de nodige ups en downs. Jaap is
gestopt in 2002. Zijn zoon Jan heeft het bedrijf voorgezet. Zij telen momenteel
veel lelies in Limburg, maar ook in Frankrijk.
Jaap is na zijn werkzame leven veel gaan reizen, met de caravan door Europa.
Echter nooit langer dan 3 weken. Hij heeft nog steeds een passie voor dieren.
Bij het bedrijf heeft hij nog enkele geiten, kippen en een paar pony's. Hij is
ondanks zijn hoge leeftijd nog elke dag op het bedrijf. Zich ermee bemoeien
doet hij niet, maar advies geven doet hij graag.
Cees Schut was 13 jaar oud toen
meester Van der Holst tegen hem
zei: "Ga jij maar naar huis, want je
handen moeten het werk doen. Leren
is niks voor jou." Zodoende begon
Cees in 1952 met zijn carrière in de
tuinderwereld, in eerste instantie in
het bollenbedrijf van zijn vader, Piet
Schut, op het adres Hoogegeest 8.
In 1963 begon Cees voor zichzelf.
Hij verdiende zijn geld met het
kweken van lelies en bijgoed (ixias,
erythroniums, anemonen, ranonkels,
Schuil, Hoogegeest8, narcissen, sneeuwklokjes). Daarnaast was hij ook loonwerker. Hij bezat een
in 1991. freesmachine waarmee hij zich verhuurde, en met de vrachtwagen reed hij
stro in de Noord en de Wieringermeer.
In zijn hoogtijjaren bewerkte hij 24 hectare bollengrond, waarvan 20 hectare
met lelies. Er werd op meerdere plaatsen gekweekt, onder andere in de
Egmonden en bij Bergen. Hij kweekte veel Mont Blanc lelies, bollen met
een goede kwaliteit en een beste prijs. Helaas had hij bij Bergen een perceel
gehuurd waar het helemaal mis ging. Er kwamen te veel natte plekken in het
land, waardoor er rot (fusarium) in de bollen kwam. Het betrof een perceel
van 17 bunder groot. Een grote strop dus.
Het loonwerkerbedrijf bleef hij er altijd bijdoen. Ook voor de kleinere
particulieren deed hij loonwerk. Met het loonwerkerbedrijf van Willem van
Vliet had hij een goed contact en er werd goed samengewerkt. Zij gunden
elkaar het voordeel bij storingen en/of personeelstekort. Het bij elkaar lenen
werd zakelijk goed afgedaan. Van een bevriende relatie, Jaap Ouwehand, heeft
Cees veel geleerd over de bestrijdingsmiddelen. De heer Ouwehand werkte
destijds bij de Agrinol fabriek in Groningen. De opgedane kennis kwam goed
van pas bij het dagelijkse werk van Cees. Doordat veel Akerslootse leliekwekers
te vaak met dezelfde bollen op dezelfde percelen teelden, ontstonden er
74