Simon Deijlen gaat met gijn vrouw Catharina wonen aan de Breedelaan. Nadat Simon
eerst als slagersknecht heeft gewerkt, is het beroep van Simon Deijlen fabrieksarbeider.
Op 5 juni 1937 wordt hun eerste kind, Johanna Catharina Maria, geboren. Hun dochter
leeft echter maar één dag. Een jaar later wordt hun tweede dochter geboren. Zij krijgt
ook de namen Johanna Catharina Maria (Jopie). In 1940 volgt dochter drie, Catharina
Theodora Johanna (Tiny) en in 1943 dochter vier, Theodora Adriana Cornelia (Thea).
Op 20 mei 1944 wordt Siem, de eerste zoon en het vijfde kind in het gezin, geboren. Hij
wordt vernoemd naar zijn vader en zijn volledige namen worden Simon Petrus Adrianus.
In 1946 wordt het zesde kind, wederom een zoon, Adrianus Johannes Laurentius (Aad)
Als Siem vijf jaar is, verhuist het gegin naar de Sluis. In het
huis aan de Boschweg komt de jongste van het gezin, Cornelis
Jacobus Engelbertus (Kees), in 1956 ter wereld. Siem zijn eerste
herinneringen gaan terug naar de periode dat hij op de Sluis woonde.
"Vader huurde op de Sluis aan de Boschweg de helft van
een dubbel woonhuis. Naast ons woonde Jan van Duin,
een vrijgezel. De Geesterweg was nog niet aangelegd, dus
al het verkeer vanuit of naar Uitgeest reed over de Sluis.
De NACO-bus stopte toen op de Boschweg.
Op de kleuterschool in de voormalige kaasfabriek zat ik
bij zuster Everdine in de klas. De lagere schoolklassen
heb ik gevolgd op de Sint Jacobusschool. Bij juffrouw
Putter in de 1ste klas, juffrouw Sernee in de 2e klas,
juffrouw Egge in de 3e, meester Leek in de 4e, meester
Jansen in de 5e en meester Van der Holst in de 6e klas. Ik doe alles links, alleen
schrijven niet, dat doe ik rechts en dit is gekomen door juffrouw Putter. Zij
leerde kinderen die links waren rechts schrijven en als je per ongeluk weer
links schreef, dan gebruikte ze haar zegelring, dus je ging wel rechts schrijven.
Van mijn ouders hoefde ik voorafgaand aan de schooldag de kerkdienst niet
bij te wonen, dus na het ontbijt ging ik met één pakje brood, in plaats van
twee, lopend vanaf de Sluis naar school. Alleen op de zondag gingen wij als
gezin naar de kerk.
In de klas begon elke schooldag met een gezamenlijk gebed en daarna werd
door de juffrouw of meester geregistreerd wie die ochtend naar de kerk was
geweest. Op je rapport stond hoeveel keer je in het schooljaar naar de kerk
was geweest.
Toen ik een jaar of acht was, wilde ik graag misdienaar worden. Ik was in de
leer bij Joop van Sikkelerus, de zoon van Dees van Sikkelerus en Grar van
Sikkelerus-Stuifbergen. Alles ging in het Latijns. Joop van Sikkelerus was al
5
Aan de wandel.
Kleine Siem met
zijn moeder en in de
kinderwagen broer
Aad.