De lelie De lelie behoort tot het plantengeslacht Lilium. Tot dit geslacht behoren ongeveer 100 verschillende soorten en meer dan 2000 rassen. Lelies hebben bollen met vlezige schubben, waarin reservevoedsel wordt opgeslagen. De bollen worden niet door een huid beschermd, waardoor ze gemakkelijk kunnen uitdrogen en gevoelig zijn voor teveel water. De bloemen, die bloeien in de periode juni augustus, bestaan uit drie binnenste en drie buitenste kroonbladeren en zes lange meeldraden met opvallende, langwerpige helmkoppen. Behalve blauw en zwart komen de bloemen in alle kleuren voor. Globaal gezien zijn er drie bloemvormen: schotelvormige, trechter- of trompetvormige en tulbandvormige bloemen. Oorspronkelijk werden de lelies volgens deze vormen ingedeeld. Tegenwoordig worden de lelies echter in zeven groepen ingedeeld, waarbij vooral rekening wordt gehouden met de oorspronkelijke herkomst van de planten. Het vermeerderen van de plant kan op verschillende manieren. Men kan gebruikmaken van de nieuwe bolletjes die aan de stengel groeien (bladoksel- of stengelbolletjes), men kan gebruikmaken van de dikke schubben van de bollen en men kan lelies opkweken uit zaad en uit meristemen (celweefsels). Tot de 64 De mannelijke leden van de familie Baltus tussen de lelies. Rechts de genoemde opa van Piet, Jan Baltus (1870-1955), met pijn ponen Jan jr. (links) en Jaap (midden). Zij staan hier op het door Piet genoemde perceel tussen de en de Koningsweg. De foto is gemaakt in 1930. Op de achtergrond pien we de woning en de bollenschuur van de familie Baltus.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2020 | | pagina 65