Ook wat betreft de continuïteit c.q. de overname van de onderneming door
een bedrijfsopvolger was de situatie niet rooskleurig. Op 50% van de bedrijven
was geen opvolger aanwezig. Daar kwam nog bij dat er, door de onzekerheid
ten aanzien van het voortbestaan ter plaatse en de onduidelijkheid over het
gemeentelijk beleid inzake de bestemming van de grond voor niet-agrarische
doelen, de laatste jaren te weinig was geïnvesteerd in de tuinbouwbedrijven.
Ook hierbij gold dat stilstand eigenlijk achteruitgang was.
Een van de conclusies van het onderzoek is dat de tuinbouwsector voor
de gemeente Akersloot van belang was, gelet op de werkgelegenheid en de
economische betekenis voor de omgeving. De 20 deelnemende bedrijven
boden aan ca. 80 personen regelmatig werkgelegenheid. Ongeveer de helft
hiervan had een volledige dagtaak. Er werd ook geconcludeerd dat van de 20
deelnemende bedrijven er hoogstens 10 zouden overblijven.
Tot slot deed Stivaseo een aantal aanbevelingen. Een belangrijke aanbeveling
was te komen tot concrete kavelruilplannen. Ook moesten er plannen gemaakt
worden voor meer en/of vervangende grond voor de tuinbouwbedrijven, in
het bijzonder voor de glastuinbouw. Uitbreiding kon het beste gerealiseerd
worden buiten de bebouwde kom. Als locatie bood het noordelijke gedeelte
van het dorp meer mogelijkheden dan de zuidkant. Het gemeentebestuur
diende verder te zorgen voor duidelijke besluitvorming ten aanzien van de
bestemmingen van het agrarisch gebied. Ook was er gestructureerd overleg
nodig tussen de gemeente en de land- en tuinbouworganisaties. Meerdere
bedrijven zouden moeten uitbreiden en/of vernieuwen en ook was bij de
tuinders een grotere vakkennis noodzakelijk.
Inmiddels zijn we 25 jaar verder en kan geconcludeerd worden dat er van
bovengenoemde aanbevelingen maar weinig gerealiseerd zijn. In het dorp zijn
nog meer agrarische gronden verloren gegaan. Professionele lelietelers zijn er
niet meer, hooguit enkelen die zich nog hobbymatig met lelies bezighouden.
Het verdwijnen van de lelieteelt in Akersloot doet vooral pijn bij de velen
die tussen de lelies werkzaam waren. Illustratief hiervoor is onderstaand
fragment uit een tekst die geschreven is door oud-leliekweker Piet Baltus.
63
2 Zé/es- cm* <sZa//f J-ee/o/
^rZa^cZnZoJZe^, Z^ZZ 'ZWtU^cic/tZV