deelnemers samen ca. 50 hectare cultuurgrond beschikbaar. Hiervan werd
ca. 32 hectare gebruikt voor bloembollen-, planten- en/of snijbloementeelt.
Daarnaast waren hier en daar akkertjes met bloembollen en/of bloemen, die
niet vanuit een hoofdberoepsituatie werden geteeld, maar als nevenactiviteit
naast een werkkring of door iemand die in zijn vrije tijd nog iets wilde
bijverdienen. De totale oppervlakte die gebruikt werd voor bloembollen,
kweek- en vaste planten en snijbloemen werd geschat op ca. 55 hectare.
Het onderzoek maakte ook duidelijk dat er in Akersloot een zekere specialisatie
bestond in bijzondere bolgewassen, zoals de lelie, scilla, ixia, allium en brodaea.
Daarnaast werden ook nog de meer traditionele bollensoorten gekweekt, zoals
de krokus, narcis, hyacint en tulp. Ook werd geconstateerd dat de glascultuur
van voortkwekingsmateriaal en snijbloemen aan omvang won en inmiddels
van meer belang was voor de werkgelegenheid dan de bloembollenteelt.
Stivaseo benoemde ook een aantal knelpunten. Eén daarvan was het feit dat
de Akerslootse tuinders op (te) kleine percelen 'moesten' werken, waarop
machinale bewerking slechts beperkt mogelijk was en dus extra kosten met
zich meebracht. De percelen lagen vaak verspreid door het dorp en hadden
ook vaak een onregelmatige vorm.
Een ander knelpunt was de staat van de bedrijfsgebouwen. Deze waren
vaak te klein en/of niet geschikt voor toenemende bedrijfsactiviteiten.
Overblijvende bedrijven zouden nieuwe gebouwen nodig hebben, zeker als
ze wilden uitbreiden.
62
Drie bedrijfsgebouwen/bollenschuren uit Akersloot die nog steeds fier
overeind staan. Hiernaast de bollenschuur van Jaap en Jan Verduin
(Molenpad), hieronder links de schuren van Gerard Veldt (Startingerweg)
en rechts de bollenschuur van Arie Schoon (Buurtweg).