Jarenlang zijn vele Akersloters werkzaam geweest in de lelieteelt.
De lelieteelt is dan ook vele jaren van grote economische betekenis
geweest voor ons dorp. Nu is daar weinig meer van over. In het
eerste deel van dit artikel trachten wij een beeld te schetsen van de
ontwikkeling van de lelieteelt in Akersloot. Wij beschrijven de opkomst
van de lelieteelt in de 19de eeuw, de hoogtijjaren vanaf 1945 en de
teloorgang die sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw is ingezet.
In het tweede deel van dit artikel trachten wij een beeld te schetsen
van degenen die zich bezighielden met de lelieteelt in Akersloot en de
werkzaamheden die zij zoal moesten verrichten, inclusief het werken
met gewasbeschermingsmiddelen.
De opkomst, de hoogtijjaren en de teloorgang van de lelieteelt in
Akersloot
De opkomst
In de 19de eeuw was het gebruikelijk dat de veehouders uit Akersloot zich naast
het houden van vee ook bezighielden met het telen van producten als graan,
bieten, aardappelen, prei, schorseneren en asperges. Rond 1850 gingen steeds
meer boeren uit Akersloot zich naast het houden van vee en de landbouw
echter ook bezighouden met de 'bloemisterij'. In eerste instantie teelden ze
als 'bijzaak' bloembollen als tulpen, krokussen, narcissen en hyacinten. De
bloembollen werden meestal verkocht tijdens zogenaamde groene veilingen.
Deze veilingen vonden plaats op het land waar de te verkopen producten nog
in de grond stonden. In 1888 werden tijdens zo'n veiling voor het eerst ook
lelies verkocht.
(De lelie was aanvankelijk voor de Nederlanders een onbekende plant. Het
is aan de Duitse arts Philipp Franz von Siebold (1796-1866) te danken dat
de lelie (evenals andere nu populaire sierplanten als de hortensia, azalea en
blauwe regen) in Nederland bekend werd. Von Siebold werkte een aantal
jaren in Japan en verzamelde daar diverse levende planten, die hij in 1830 bij
zijn terugkeer naar Nederland meebracht en alhier introduceerde.)
In de tweede helft van de 19de eeuw werd bij de bollentelers in Noord
Holland de behoefte tot samenwerking steeds groter. Dit leidde in 1860 tot
de oprichting van de 'Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur'.
De vereniging had onderzoek, voorlichting en reclame tot doel. Door
samenwerking probeerde men de kwaliteit van de bollen en de handel,
55
D e lelieteelt in Akersloot