In de Sint-Jozephparochie in Hilversum ging De Boer min of meer op de oude voet verder, actief in allerlei opzicht, onder andere voor het parochieblad Pelikaan Post. De typemachine was ook daar zijn trouwe kameraad. Hij gaf weinig uiting aan zijn gevoelens omtrent zijn omstreden vertrek uit Akersloot waar hij toch met hart en ziel had gewerkt. Misschien had het (zijn) harde leven hem wel gewapend tegen zulke tegenslagen en was ook zijn geloof hem tot steun. Op o.a. zijn verjaardag kwam er bezoek uit zijn Akersloter vriendenkring, maar terug ging hij niet meer. Rond 1970 werd Jan Bus, als jonge priester, zijn collega. Hij had aan De Boer een goede collega en huisgenoot. Accuraat en precies, soms rechtlijnig, maar eerlijk en diepgelovig. Jan de Boer kon de dingen raak, soms erg scherp zeggen. Een mooie eigenschap, maar je maakt er niet alleen vrienden mee. Misschien heeft hij hiermee in Akersloot ook op tenen gestaan. In die jaren ging zijn gezondheid steeds verder achteruit. Hij moest een soort leren korset dragen, hij had veel last van zijn luchtwegen, maar rookte desondanks stevig door. In april 1977 trof zijn collega Jan Bus hem aan in bed, buiten kennis. Een hersenbloeding. Hij schrijft in de Pelikaan Post: "U zag hem steeds minder. Hij heeft elf en een halve week in het ziekenhuis gelegen voordat hij op woensdag 13 juli omstreeks 17.30 uur is gestorven. Zo riep God hem naar zijn laatste standplaats: zijn eeuwigheid." Jan de Boer werd 69 jaar en ligt begraven in Volendam. Ondertussen in Akersloot Hier werd de afwezigheid van De Boer vooral als een groot gemis ervaren. Maar de bisschop had gesproken en wie waren de mensen in Akersloot dat ze daar tegenin konden gaan? Het leven ging door, er kwam een nieuwe kapelaan, kapelaan Krijgsman, naast de ook nog maar pas benoemde pastoor Tesselaar. En er ging een nieuwe kerk gebouwd worden. Maar de verhoudingen in het dorp waren grondig verstoord en dat gold zeker voor de dorpspolitiek. En in menig krantenartikel, regionaal en landelijk, werd er met opgetrokken wenkbrauwen gekeken naar dat ingrijpen van B. en W, die, samen met hun KVP, nu dan ook een hete aprilmaand tegemoet gingen. Toen het KVP-bestuur, dat niet was geïnformeerd door hun eigen raadsleden, doorkreeg wat er was gebeurd, ging er een motie van afkeuring naar deze mensen (op 5 februari 1965, door vijf van de zeven bestuursleden ondertekend) maar die reageerden niet. Het bestuur wilde toen de zaak laten rusten en de affaire binnenskamers houden, maar voorzitter J. Meijne accepteerde dit niet en trad eind maart af. Hij kreeg daarna door vier bestuursleden een zwijgplicht opgelegd en zou daarbij te horen hebben gekregen dat hij wel eens moeilijkheden zou kunnen krijgen in zijn werkkring aan de katholieke lagere school. "Ze hebben mij met mijn betrekking gedreigd", zo meldde hij naar de pers. Een nieuwe rel was geboren! 101

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2020 | | pagina 102