Dit perceel heeft overigens sinds eeuwen weinig veranderingen ondergaan, zoals te zien is op het landmeterkaartje uit 1645 van de Stad Haarlem, in vergelijking met de kadasterkaart uit 1832/1882. Het was toen wél verkaveld en afgepaald. Het (1716) Bagijneven of Begijnven. Van de vier percelen (A112/A113/A116/ A118) die zo worden genoemd waren er ook met een dubbele naam, zoals A112/A113 dat ook aan de Kerkmeer heet en ook (1695) kamp gelegen aan de Kerckmeer. Het perceel A118 heet ook Kerkestuk. Het lijkt erop dat veel van de percelen in dit gedeelte Overdie vroeger van kerkelijke en geestelijke instellingen zijn geweest. De Bagijnen of Begijnen waren vrouwen die leefden als alleenstaanden en maakten deel uit van een soort vrije lekengemeenschap binnen de Katholieke kerk. De vrouwen verbleven in een Begijnhof. Maar let op: Begijn is ook de naam voor een zwartbonte koe, en dan wordt alles anders. De laatste twee percelen aan het Slikkerdie heten Scharlaken (A123) en Roode Ven (A126). Scharlaken of schaerlaken is een rode stof, en heeft dus te maken met de kleur 'rood'. Schaar of scaer betekent: 'het scharen van vee', dat nu nog een bekende uitdrukking is voor het bijeen brengen van dieren in een andere wei. Maar het heeft ook de betekenis van: 'een stuk grond, nodig voor 't voedsel van één volwassen dier', dus voor één koe. Het tweede gedeelte, laken, kan zijn afgeleid van het woord 'lakha' dat 'plas, moeras' betekent. De betekenis van scharlaken kan dus zijn: 'natte veeweide'. In de naam Roode Ven is ook de kleur rood opvallend. Maar roode kan ook in verband gebracht worden met de vergelijkende woorden roo, rooi, raai, rade en rading, waaruit 'streep, rooilijn, scheiding en grens' kan worden afgeleid, zodat de betekenis kan zijn: 'het land op de grens' of 'het land op de scheiding'. Het is wel het laatste perceel van dit gebied. Tekst: Kees Druijven Kaarten: Michel Welgraven 67

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2019 | | pagina 68