De morgen is feitelijk een dagmaat: men ploegde op één morgen deze
hoeveelheid land. Vandaar dat er per dorp verschillen in de grootte van
het geploegde land konden optreden en ieder dorp zijn eigen morgenmaat
voerde. (Hondsbosche morgen 0.93 ha; Rijnlands 0.85 ha; Limmen 0.68
ha; Akersloot 0.75 ha; Castricum 0.81 ha; Bakkum 0.93 ha; Uitgeest 0.92
ha; Heiloo 0.68 ha; Alkmaar 0.67 ha. Vroegere verhouding: 2 bunder 3
morgen.)
De Derde Half (A65) ligt in het blok van de Distermaat. De naamsbetekenis
van Derde Half, ook wel uitgesproken als Dardalf, is intrigerend. Het is
een oppervlaktemaat die in morgens wordt uitgedrukt. De Derde Half of
Dardalf was vroeger de derde half die je in de volgende telling tegenkomt:
de eerste V2, dan de tweede op IV2 en de derde op 2V2. Dan is de uitkomst
dus 2V2 morgen. De werkelijke grootte van het perceel is 2 ha 16 are en dat is
precies 2V2 morgen en dat klopt dus met de maatvoering Dardalf.
Ernaast ligt, als apart perceeltje, de Kleine Derg (A69). Het perceeltje is
ruim 13 are groot. Derg of darg komt van derrie, darink en betekent 'slib en
aangroeisel', met als samenvattende betekenis: 'drijvend eilandje van riet of
veen'. 'Rietdergen ofte aanwassen' noemde men dit verschijnsel. Rond het
Die liggen er een vijftiental.
Het eronder liggende perceel (A99) heet (1713) 't land beoosten de Meerkens,
ook wel (1695) lant gelegen aan de Marckermeer. Op de Kadasterkaart
van 1832 zijn nog een aantal kleine ellipsvormige perceeltjes ingetekend,
de overblijfselen van dit meertje. Op de kaart van Dou uit 1680 ligt het
Marckermeertie er nog. De grenssloot tussen dit en het erboven liggende
perceel is de uitloper van het Markermeertje naar de Mientsloot. Er is niets
meer terug te vinden van dit meertje. Het land ziet er nu erg hoog en droog
uit, maar misschien is de verbreding van de sloot, achter het hek, nog wel een
laatste overblijfsel.
In verband met het voorgaande past ook het volgende, tegen het Die aan
liggende perceel A86/87 in dit rijtje, namelijk (1829) de Zoodhoop of
Zodenhoop. Zode komt van zwamp, somp, zudde en dat is 'moerassig', terwijl
hoop juist 'hoogte' betekent. Zodehoop zou dus 'een bolle, moerasachtige
grond' kunnen zijn, dat zich net als bijvoorbeeld een derg ontwikkelt.
Het in een punt uitlopende Overdiegebied aan de overkant, ten zuiden van
de Kromme Sloot en het Kerkmeertje, vormt een groep weilanden met
als bloknaam Limmer Maat en nu dus De Kleine Polder. De afzonderlijke
percelen zijn grillig van vorm. Er is daar blijkbaar in het verleden meer
beroering geweest dan boven de Kromme Sloot. Dat is ook te zien aan het
perceel het Guurte Stuk (A108).
66