Nu de percelen
De meeste weilanden in het Overdiegebied bestaan uit smalle strookvormige
percelen, en elk heeft een eigen naam. Er zijn er die dragen nummers, de
zogenaamde Nummers tukken. Er zijn er ook met een familienaam, zoals
Pieter Lagger. Ook zijn er met een naam voor de grootte van het stuk, en velen
dragen de naam naar een vorm of situatie waarin zij verkeren. Bijvoorbeeld:
Er liggen zo'n tien percelen die de naam Kamp dragen: Lange Kamp, Kleine
Kamp, Grote Kamp en Kromme Kamp. Kamp betekent: 'een afgepaald of
afgeperkt stuk land' of 'een omheind stuk land, met een sloot of heg'.
Bijzonder is dat in de Groote en de Nieuwe Maat veel percelen nummers
dragen en dat al vóór de kadastertijd. De nummers, beginnend met de
hoofdletter N, stonden geschilderd op paaltjes bij de toegang tot die
weilanden, zoals aangeduid in een akte: leggende op de Groote Maat, op
de Paal getekend met N 4'.
Het blok met de N-nummering in de Groote Maat ligt ten westen van een
oude erosiegeul. De ligging van deze Nummerstukken lijkt daar niet helemaal
willekeurig, omdat die erosiegeul waarschijnlijk de grens vormde van een
dieper, vochtiger gedeelte ten oosten daarvan. In een akte uit 1722 wordt het
daar ook aangeduid met: 'int Laeg, bij de Watermolen'.
Graag wil ik één nummerstuk eruit lichten: het perceel met de tekst: 'op de
Paal getekend met N4, op de Groote Maat'. Het ligt in de hoek van de twee
wateren bij de Noordermolen. Op een landmeterkaartje uit 1654 is de groene
strook een klein gedeelte van dit grotere perceel.
Er staat: 'Geleggen inde Groote Mat', maar geen aparte naam of nummer.
Wel staat onderaan het kaartje de maat van het stukje: 'Rijnlants 164 Roeden
- Limme 205 Roeden'. Er werd meestal met twee maten gemeten. Ieder
dorp of plaats had zijn eigen maatvoering en vaak werd de Rijnlandse en/of
Hondsbosche Roe als standaardmaat erbij gezet. De grootte van het groene
stuk, Rijnlandse maat 164 en Limmer maat 205 Roeden, is voor beiden gelijk,
namelijk 23 a 27 ca.
Informatie over maten en gewichten van elk dorp, kunt u vinden in het
boekje van J. M. Verhoeff genaamd: 'De oude Nederlandse maten en
gewichten'. (Rijnlandse roe 14.19 m2; Limmer roe 11.35 m2; Bakkum 11.62
m2; Castricum 26.93 m2; Akersloot 20.79 m2; Uitgeest 11.56 m2; Heiloo 11.35
m2; Alkmaar 11.22 m2.)
De naam Kriek is een aparte naam. Het perceel dat die naam draagt (A5)
heeft gedeeltelijk een gebogen vorm. Kriek wordt ook als krik, kreuk en kruk
geschreven, dat gezamenlijk de betekenis 'krom, gebogen' heeft.
64