antwoordde hij en na een goedendag ging hij weer. Ongelofelijk. Ik had het
steen- en steenkoud, mijn tanden klapperden op elkaar, maar mijn angst was
zo groot, dat ik toen dacht: nu zijn ze hier geweest en alles is nu goed. Het
zweet liep langs mijn gezicht en mijn handen waren nat. Zo groot was de
spanning voor mij geweest. Onvoorstelbaar.
Ik meen dat het ongeveer tegen vieren in de middag was dat ik te voorschijn
durfde te komen. En dan nog met een bepaalde spanning in mijn lijf. Zo ver
mogelijk bij het raam vandaan blijven en luisteren en luisteren of je nog iets
hoorde. Ja, wij praatten met elkaar, maar heel zacht, omdat je bang was dat ze
het buiten konden horen.
Veel Akersloters zijn toen die dag bij elkaar getrommeld en opgejaagd naar
de R.K kerk. Dat hoorde je allemaal weer later. Bijvoorbeeld ook dat als je
een bepaalde leeftijd had, je terug mocht naar huis, en verreweg de meesten
mochten huiswaarts. Ook als je veel jonger was, of als je veel kleine kinderen
had, werd je niet opgepakt. Waar de leeftijdsgrens lag weet ik niet meer.
Ook heb ik horen vertellen dat ze bij de kerk twee groepen maakten. Ze zei
den niet waarom. Maar de mensen kregen in de gaten dat de ene groep mocht
blijven en de andere groep op transport gesteld zou worden. Met als gevolg
dat diegenen, die aan de verkeerde kant stonden, stiekem probeerden om bij
de andere groep te gaan staan. Maar als ze dat in gaten kregen, werden ze
woest en richten ze dadelijk een geweer of pistool op je. Gelukkig is het zo
ver niet gekomen en zijn er geen schoten gelost. De gelukkigen konden weer
huiswaarts keren en die overbleven mochten kleren en eten van de vrouwen
aannemen en werden later weggevoerd. Dit gold ook voor mijn broer Jan uit
de Hoogegeest (gehuwd met Agaath Stuifbergen). 's Middags op het allerlaat
ste ogenblik kwamen er twee soldaten, die hem meenamen. Ook de buurjon
gen naast Jan plus N. Zweeris en Jan Olgers. Bij café Jan Verduin stond een
Duitse vrachtwagen te wachten en daar moesten ze in. Eerst Jan Kerssens
en de buurjongen, maar voor Zweeris en Olgers was geen plaats meer en zij
werden teruggestuurd. Er waren Duitse soldaten in de auto die riepen dat ze
er wel bij konden, ook die twee die hen gehaald hadden. Maar de chauffeur
van de auto wilde niet langer wachten, startte de wagen en reed weg.
Deze mensen hebben het heel erg slecht gehad. In Amsterdam en later
Amersfoort hebben ze ook de schoft meegemaakt die nu (1973) nog in Breda
gevangen zit. Zijn naam is Kothella of zo iets. Mijn broer heeft mij daar wel
eens over verteld en hij deed dit graag. Temeer omdat bij sommige toehoor
ders in hun ogen stond te lezen dat ze dat niet wilden geloven. Kan iemand
een medemens zo vreselijk veel leed aandoen? En toch is het allemaal waar.
Het kan, ook al is het soms ongeloofwaardig.
45