der vond, ging alles nog
wel vrij goed. De men
sen die dagelijks langs de
weg liepen met hun kar
retje om aan voedsel te
komen, van hen hoorde
je de echte verhalen die
vaak nogal gruwelijk wa
ren. Plotseling werd een
stad, maar meestal een
dorp, door de Moffen
afgesloten en dan mocht
er niemand meer in of
uit. Waren daar dan toe
vallig, en dat gebeurde
nogal eens, dergelijke
mensen op zo'n plaats, dan werden ze meegenomen en zagen hun vrouw en
kinderen soms nooit meer terug.
Ik sprak tegen mijn vrouw: "Ik ga niet weg, vast niet. Ik verstop mij wel hier.
Vinden ze mij, dan kan ik jullie nog allemaal gedag zeggen." En voor mijzelf
dacht ik: dan kan ik jullie wat moed inpraten. "Stuur de schoolgaande kinde
ren maar naar de kerk (schoolmis). Ik ga naar boven."
Bij het slaapkamertje aan de Julianaweg (westkant) was tussen dak en kamertje
een opening. "Zet als ik daartussen lig zo veel mogelijk lege spullen ervoor."
Zelf zette ik er eerst nog wat kisten met aardappelen voor, zodanig dat ik mij
er nog tussendoor kon wringen. Daarna nog meer lege kisten, oude kleden,
kleren en noem maar op ervoor gezet en er overheen gehangen, zodat je niets
meer kon zien. Ik lag met mijn hoofd tegen de gevelmuur op. Zo kon ik nog
praktisch alles verstaan wat er op straat werd geschreeuwd of gezegd. Koud
was het er wel en het werd gaandeweg steeds kouder. Verroeren durfde je je
niet, dus zo stil zijn als een muisje.
Daar kwam mijn vrouw even later de trap op om te vragen hoe ik het maakte
en om te vertellen wat ze buiten van deze of gene had gehoord. "Luister nu
eens even goed naar mij", zei ik, "ik lig hier best en vooral droog, maar wil je
wel in huis blijven?" Ik vond het namelijk beter dat zij in huis bleef, omdat,
als ze zouden komen om huiszoeking te doen, zij daarbij zou zijn. Maar lieve
God, daar knalden schoten en roffelden de mitrailleurs! Het was wel niet zo
dichtbij, maar boven was het veel gehoriger dan beneden.
Plotseling schoot in mijn gedachten: de kinderen, o de kinderen die naar de
kerk zijn. Maar daar gebeurde niets mee en even later hoorde ik ze thuisko
men. Goddank, die zijn weer binnen. Even later moesten ze naar school.
43
Tijdens de razzia
werd de Sluisbrug
open gezpt om het
dorp af te sluiten.