8
De enige Begijn
die nu nog op het
Begijnhof te vinden
is. (Beeldgemaakt
door Margaretha
Taa, 1974.)
Wel moesten ze beloven kuis te blijven. Ze
gingen dus geen relatie of huwelijk aan. Al
konden ze op elk moment besluiten om uit
te treden en te trouwen.
Hun patroonheilige is de heilige Begga,
misschien komt hun naam daar vandaan.
Of misschien ook wel van beige, de kleur
van hun pijen. Ook mannen konden zo
leven, die werden begarden of bogaarden
genoemd.
Het Begijnhof in Amsterdam, en het is de moeite om dat met eigen ogen te
gaan zien, is geen kloostergebouw maar een prachtig hofje met afzonderlijke
woonhuizen waarvan sommige al flink oud. Achter de 17de en 18de eeuwse
gevels zit nog vaak een middeleeuws gotisch houtskelet verborgen. In oude
documenten wordt in 1346 al gesproken over een 'Beghynhuys'.
Na de alteratie van 1578
werden alle kloosters
geconfisqueerd en hun
bewoners vaak de straat
opgestuurd, maar de
Begijnen die de huizen
in privébezit hadden
ontliepen dit lot. Wel
raakten ze in Amsterdam,
zoals op zoveel plaatsen,
hun parochiekerk kwijt.
Die werd in gebruik
gegeven aan de Engelstalige
protestanten en heet
sindsdien de Engelse kerk.
Van twee woonhuizen
werd toen door de bekende
(katholieke) architect
Interieur van de Vingboons een (schuil)
kapelvan Begynhokkerk gemaakt, nu nog steeds de 'mirakel' kerk. (Bekend van het Amsterdams
in Amsterdam. i i j cvii r\
mirakel en de Stille Omgang.)
Op dit ogenblik wonen er in de appartementen op het Begijnhof zo'n
honderd vrouwen, ongehuwd of weduwe. Ooit, voor de reformatie, waren
En Begijnen waren vaak de armste niet. Een
gelofte van gehoorzaamheid was ook niet
nodig. Ze waren alleen gehoorzaamheid
verschuldigd aan hun pastoor.
lex waar uiteindelijk nog maar één echt Begijntje woonde.