dan de andere anders was het niet te tillen, maar ook weer niet te klein want
dan trapten we elkaar op de hielen bij het lopen. Alles was goed doordacht,
maar nu nog de plaats waar op de rietberg oostelijk of westelijk van het
Kerkmeer. Dat werd westelijk anders zaten we te dicht op de boerderij. Het
werd door beiden goed gevonden dat Freeks broer Jaap zou helpen. Ik naar
hem toe en alles verteld en Jaap vond het oké. Dinsdagavond ging ik op pad
naar de Buurtweg door het land naar Poland. Jaap was er al en nog even een
kopje surrogaatkoffie om wat warmte mee te krijgen en dan erop af. In de
boot even later en onder de brug door en jawel hoor daar lag de roet. Met
alles weer onder de brug door. Vervolgens de roet op de rietberg getrokken,
afgemeten en dan maar zagen. Het ging prima, de zaag maakte weinig tot
geen geluid. De stukken legden we achter ons neer. Plotseling stonden we in
het water. Wij konden nog net onze benen droog houden mede vanwege de
korte laarzen. Daarna moesten eerst wat stukken hout naar achteren gebracht
worden. We stonden eigenlijk op een stuk drijfberg en die zakte langzaam weg
onder het gewicht van het hout. Eindelijk was het zagen gebeurd. Opgelucht
en nu met het hout naar de overkant van het Kerkmeer. Het was stikdonker
geworden en er kwam veel wind opzetten. De twee dunste stukken lagen in
de boot, de andere stukken lagen in het water vastgemaakt achter de boot,
bemanning in de boot en roeien. Het meer is niet zo wijd gelukkig want de
boot maakte plotseling water. Bij toeval stak ik mijn hand naar de bodem van
de boot en voelde tot mijn schrik water. De boot was met het hout en drie
mensen te zwaar geladen en omdat het aardedonker was kon je niet zien dat
er iets lekte. Goede raad was duur. Zo vlug als mogelijk roeien en ik ging op
de boorden van de boot staan om mij zo lang mogelijk droog te houden.
Jan Poland en Jaap werden al aardig nat, behalve ik dus. Dat mocht ook
52
niet want ik had namelijk twee daagse broeken over elkaar aan en dan kon
broer Jaap een van deze broeken aantrekken. Anders moest hij eerst naar de
Hoogegeest om droge kleren te halen en nu niet.
Dit slaagde ten volle. Gauw naar het huis van Poland die direct zijn natte
broek verruilde met een droge en Jaap trok die van mij aan. Ik wist niet meer
of we zeven of acht stukken hadden gezaagd. Maar toen we terug gingen om
het hout op te halen misten we één blok.
Dat moest gevonden worden, niet
alleen omdat dit een van de zwaarste
was maar meer omdat het, als het
werd gevonden door een ander,
verraden kon worden dat de roet weg
was.
Wij hebben net zo lang gezocht totdat
wij het hadden gevonden. Het was
best moeilijk zoeken in de duisternis,
maar nog lastiger was het aanwezige
riet. Maar alles bedaarde netjes in de
schuur van Poland en hij heeft die
lange blokken met moker en spieën
gekloofd en met een bascule
netjes ieders deel afgewogen.
Ik heb een greep gedaan en getracht iets te vertellen uit deze voor alle
Nederlanders zo zware tijd. Een groot ongeluk is ons dorpje overkomen in
die jaren namelijk het ontvallen van Nico de Groot. Hij was te werk gesteld
in Duitsland en is daar aan longontsteking overleden en begraven. Velen zijn
met razzia's naar Duitsland weggevoerd. Maar allen zijn weer gezond en wel,
hoewel vermagerd, teruggekeerd. En dat was toen voor die tijd al heel erg
veel.
Hiermee eindigt deel 2.
In de volgende Groene Valck verschijnt deel 3 'Razzia in Akersloot'.
Noot van de herschrijver Sjaak Olgers:
Bij het herschrijven heb ik zoveel als mogelijk rekening gehouden met de originele vertelling.
Herdenkingssteen
Nico de Groot op de
R.K. begraafplaats.
53
Zicht op de
Lmmerpolder, in de
verte de kerktoren
van Limmen. Foto
uit de jaren tachtig.
IN DE VREDE VAN CHRI5TU5
AANDENKEN AAN
NIC0LAA5 PETRU5 deGRÜÜI
IE.GEBORENte AKER5LOOT10 JUNI 1923
OVERLEED TIJDEN5
E WERELDOORLOG 1940-1945
GEDWONGEN ARBEID5DIEN5T
JUNI 19^3 te FRANKFORT AM MAIN.
IENTALLEN ONZER JONGENS EN MANNEN
DEN WEGGEVOERD IN DUITSCliE SLAVENDIENST
ZIJ KEERDEN WEER.DCCII ZONDER HEM
0D BE50ICRME5TEED5 DE PAROCHIE
5T. JACOBUS EN ONS DIERBAAR VADERLAND,