die een zekere boer uit de polder had gehaald, omdat ze werden gestolen met
de dampalen erbij. "Hoera", zei Poland "hout, Freek". "Maar" zei ik "die
hebben ze hier
neergelegd om ze
vandaag bij licht
mee naar huis te
nemen". "Nou
en" zei Poland,
"dat behoeft hij
dan niet meer
te doen, wij
nemen ze mee
voor ons" en zo
geschiedde. Als
je wat droog en
goed brandbaar
hout had, dan
kon je het ook
zo van een
levende boom
verstoken als je
eerst maar vuur
had! Alles leerde
je in die tijd,
steeds probeerde
je iets nieuws
en soms slaagde
dat ook. Mijn
grootmoeder zou
zeggen: "als water
brandt, brandt
alles". Ik moest
daar toen vaak
aan denken. Het
was eens op een
zondagmorgen,
toen Poland plotseling bij ons in huis stapte. Er kwam papier en potlood
op tafel en ik keek hem eens aan. Toen begon hij te lachen en zei: "luister
eens goed Freek, weet jij ook misschien nog of die molenroet van de
Binnengeestermolen er nog ligt voor de spoelbalk aan het Kerkmeer, achter
de boerderij van de toenmalige bewoner Van Diepen". "Jawel en wat zou dat?"
Hij was van de molen aan het Molenpad die nog bemalen werd door Kees
Zijp die daarin woonde met zoon Jan en dochter Anna. De molen was al jaren
50
tevoren afgebroken omdat de onderhoudskosten te hoog waren. Bovendien
kreeg de molen te kort wind in de zeilen door de luwte van de omringende
huizen. Maar daar bij voornoemde dam lag nog één roede of wiek voor de
golfbreker. Deze was gemaakt van Amerikaans grenenhout. Poland had in die
tijd ook het onderhoud van die molen. Alle gegevens had Poland thuis eerst
nagezien, gelezen en op een kladje geschreven. Hij wist precies hoe lang hij
was en hoeveel kilo. Maar volgens Freek lag hij al tientallen jaren in het water
en de kans was groot dat het was doordrenkt, waardoor er niet veel aan was
om te stoken. Toen hoorde ik weer de vakman spreken: "Nee Freek het is zo
droog als gort. Alleen misschien de gaten van de heklatten niet, maar verder
moet hij klokgaaf zijn en zal het branden als een riet. Alleen zal het loeven
net als petroleum, vanwege de aanwezige hars. Ik zal kijken hoe vast hij ligt."
Dit moest in het donker op de tast af gebeuren. Maar dat viel mee; je kon
hem in feite zo weg halen. Onder de brug door en dan een stuk op de rietberg
trekken en afzagen. Poland berekende bij mij thuis hoe lang de stukken
moesten worden om ze te kunnen dragen, want grenenhout is zwaar. "We
nemen de zaagsneden over de gaten waar de heklatten hebben gezeten, dat
scheelt met zagen waardoor minder houtverlies". Hier sprak de vakman.
We zitten wel vlak achter de boerderij en met het oog op het lawaai dat de
trekzaag maakt, wordt dat moeilijk volgens Freek. Daar had Poland al aan
gedacht en de oplossing was een natte zak over de zaag heen leggen. Na vele
berekeningen stond alles op papier en zou het theoretisch moeten kloppen.
Het was ook nog een donkere maan dus de omstandigheden waren ideaal.
Sjonge, sjonge dat was een mooie hap! Maar volgens Poland kwamen we
voor het middelste stuk, het dikste, een man tekort. Deze moest korter zijn
51
De Binnengeester
molen wordt
afgebroken. Op
de
roede (roet).
S F ■-
W.«JO
- "V,