iets schrijnends in. In 1872 schrijft weer een nieuwe hand op 29 mei: Z.E.W. Wilhelmius Grijskamp. De assistent, die pastoor, door de vele beslommeringen giek geworden aan een wegterende borstkwaal, bijstond, kapelaan G. Rengs, of later misschien pastoor Muller, de opvolger, heeft later dit berichtje neergeschreven. Daags voor sacramentsdag was Pastoor Grijskamp (red. 29-05-1872) gestorven. Op initiatief van het kerkbestuur, werd door de parochianen voor hun overleden herder het priestergraf gesticht, en door het kerkbestuur het groote kruis daarbij geschonken tot een onvergankelijk teken van dankbaarheid. Nog eenmaal na Pastoor Grijskamp's uitvaart moest het priestergraf geopend worden. het was op 28 juli 1898. De Oud Herder der parochie, Joannes Henricus Muller, die in 1892 was gaan rusten. Allerlei menselijk leed komt goo, bij het overlegen van die oude dodenlijsten naar voren. Allerlei namen van onge bekende families en van parochianen, waarvan de families vertrokken of uitgestorven gijn. Namen van kerk- en armmeesters en van menschen die woonden in het armhuisop den Hoogegeest (het huis bewoond door Klaas Bakker). Van jonge moeders, soms met kind begraven, en van meerderen uit een huisgegin, gestorven in één jaar. Een idioot 14-jarig meisje en menschen in de negentig. Een boerenknecht van elders gekomen en de namen van pleegkinderen. Een in 1914 gestorven kind van Belgische vluchtelingen en een naam waarachter staat vreemdeling(red. Jan Baptist Demoor 20-10-1914, 5 maanden oud). Anno 1944-45 werden hiergeëvacueerden, gedwongen door het Duitsche oorlogsgeweld, van het Beverwijksche arme oudenliedenhuis begraven. En 25 Nov. 1910 werd de doodgraver begraven, Cornelis Bennis, oud 80 jaar. Vanaf 1874 had hij nauwkeurig door een huisgenoot gijn doodgraversboekje laten inschrijven met de namen van gijn overledenen. Ten slotte komt gijn naam. In 1873 was hier weer de gevreesde cholera giekte: Piet Olgers 18 jaar, kwam te sterven. De vrees voor verdere besmetting was oorgaak, dat gelfs 5 jaar in de nabijheid van gijn grafstede niet werd begraven. In 1875 heeft gich een 45-jarige man (red. Petrus Franciscus Mouchon) verdaan. Met bisschoppelijke toestemming kon hij nog op gewijde aarde begraven worden, wat in 1920 bij een dergelijk ongeval niet werd toegestaan: hij is de eenige op ons kerkhof, buiten de "gemeenschap der Heiligen"gestorven en begraven. Van de jaren 1901-1916 gijn er op ons kerkhof begraven 169 overledenen, waarvan 57 kinderen en 112 volwassenen. Ook nu sterven er kinderen maar de verbetering is begonnen. We legen dat Dr. Schroder, onge gemeente arts en niet katholiek en de katholieke vrouwenarts van het St. Elisabeth Gasthuis te Alkmaar de kinderen die gestorven gijn, sommige hebben gedoopt, maar 11 ongedoopten moesten wij nog verliegen. In de jaren 1939-45 is het steeds verbeterd geworden. Gestorven 77 personen, waarvan 64 volwassenen en 13 kinderen. 7 Hetgietijnprrn kruis van het priestergraf staat momenteel op begraafplaats

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2017 | | pagina 8