l3 beledigend, zodat de boer bevel kreeg ook dit er af te doen. Hij voldeed daaraan maar ongaarne en gaf het niet op want de volgende week toen hij weer met de wagen in de stad kwam stond er alweer een nieuw stukje op. Ditmaal was het een gezicht op een winkelhuis spelevaren op het waar allerlei buiten uitgestald was, waar onder ook stelen voor bezems enz. Daaronder stond nu: Hier verkoopt men bezemstelen, grote stelen en kleine stelen, maar grote stelen het meest. Toen de boer weer met zijn wagen in de stad kwam en de overheid dit schilderstukje bemerkte vond zij het niet minder beledigend dan het vorige en dreigde de boer te zullen aanklagen. Deze werd nu heel boos, maar wilde toch niet geheel opgeven en zonder schilderstukje op zijn wagen naar de stad gaan. Daarom liet hij opnieuw de schilder een stukje maken, namelijk een stukje weiland waarop een menigte varkens en een zeunis, terwijl een stevige boer er bij stond met een dikke knuppel in de hand. Daaronder stond: Ik wil, ik zal en ik zal niemand vragen, of ik mijn varkens van de zeunis mag jagen. Toen hij nu weer in de stad kwam vond de overheid dit minder beledigend, maar de boer verzekerde dat hij het er nu niet weer af wilde doen er mocht van komen wat wilde. En het bleef er op. Zie daar het verhaal van Oom Klaas, zo als ik het onthouden heb. Die man wist ons kinderen altijd bezig te houden en daarom hielden we veel van hem en gingen graag met hem uit al was het ook maar naar de botermarkt te Krommenie of naar de kaasmarkt te Wormerveer. 35. Naar Krommeniedijk te gast of te warskip De herinnering daaraan geeft mij aanleiding een en ander mee te delen over onze menigvuldige tochten naar de familie te Krommeniedijk en over die familie zelf, bij wie ik zo dikwijls voor één of meer 64 Kerkmeer. .11 De richting kwam Zijn we in Krom

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2017 | | pagina 65