wandelden.
Het gebeurde in de tijd van
de Franse overheersing, zei
Oom Klaas dat een boer
op het achterkrad van zijn
wagen liet schilderen een
grote hooiklamp met een
hek er omheen. Rondom
die hooiklamp stonden
een menigte zwartrokken
zo noemde men de
gehate douanen, die
aangesteld waren om
de niet minder gehate
belastingen te innen door
Napoleon ingevoerd.
Die zwartrokken waren
druk bezig met hooi
te plukken uit de
hooiklamp, terwijl een ,T TT r
er doorheen te dringen
en zijn handen uitstrekte naar het hooi. Onder dat schilderstukje stond:
Ik zou ook wel een hooitje willen plokken,
Maar ik kan er niet bij van al die zwartrokken.
Toen de boer met die wagen in de stad kwam, vond de overheid die
tekening en dat onderschrift beledigend en het moest eraf. De boer was
wel genoodzaakt dit te doen, maar liet er dadelijk wat anders voor in de
plaats schilderen, namelijk een zeegezicht en een vader met zijn zoontje
staande aan het strand terwijl er vissen boven het water uitsprongen.
Daaronder stond: Ziet Vader! Ziet!
Eten de groten de kleinen niet? Ja, mijn kind dat heb ik al zo lang
geweten dat de groten de kleinen eten.
Toen de boer nu weer in de stad kwam met zijn wagen, was de overheid
al nieuwsgierig of de vorige schilderij er af zou zijn doch nu zagen
zij een geheel ander schilderstukje er op en vonden dat eveneens
63
Voor het huis
aan de Kerkdijk.
De mannen gaan
lekker vissen.
Pet=Jacob,
Fe%=Sierk,
Hoed=Klaas,
daarnaast de
vrouw van Jacob,
Maartje van der
Oord.
1 Gezelschap rond Jacob Hennes. De jamrne kwam graag samen, z
boer zijn best deed om zagen er naar uit en er werd volop van genoten.