moest je goede ogen hebben. Hij keek vaak om zich heen, de aard van een
wildjager. Ik hoor hem nog schreeuwen: "Jongens het gaat verkeerd, kijk eens
wat daar door de vlotbrug komt aanvaren?". Een klein sleepbootje met drie
of vier zolderschuiten die hun last boven op het dek hebben staan. Het dek
was geladen met Duitse militaire auto's en dan vooral vrachtauto's. Toen ze
naderbij kwamen, ter hoogte waar wij het roeibootje hadden aangelegd aan
de Schermerdijk vlakbij de Duivelshoek, zagen wij op de voorste zolderschuit
een lange Duitse soldaat op wacht staan. Met als doel om de eventuele
geallieerde vliegtuigen te weren. Hij keek strak voor zich uit en zag niet wat
wij wel zagen, namelijk vier geallieerde vliegtuigen. We gooiden onze fietsen
neer (met de zogenaamde anti-plofbanden) en renden naar ons roeibootje
en voeren snel naar de Dam om het bootje aan te leggen en weg te wezen.
Die geallieerde vliegtuigen hadden hen (de Duitsers) namelijk gevolgd vanaf
Amsterdam. Ze hebben vermoedelijk gewacht op hun kans (een stille plaats)
om daarmee burgers en/of huizen te vermijden. Willem van Duin ging snel
zo ver mogelijk bij de schepen vandaan. Wij (Pé H. en ik) wilden eigenlijk
nog wat zien als ze begonnen te vuren. Wij lagen goed beschut en jawel
hoor daar draaide die mof zijn hoofd om, zag de jagers komen, en gaf een
afgrijselijke brul. Ondertussen zaten de Duitse soldaten te kaarten in de
cabines en hadden in de laadbakken licht geschut opgesteld voor aanvallende
vliegtuigen. Tegelijkertijd kwamen de vier geallieerde jagers naar beneden
duiken, en wij lagen daar niet zo ver vandaan. Over het land van de Schermer
kwamen ze naar beneden in de richting van auto's. Ik hoor Pé H. nog zeggen:
"Goed kijken Freek als ze gaan schieten". Toen de mitrailleurs ontbrandden
sloegen de kogels al in voor wij het geluid van het schieten konden horen. Dat
was een sensatie, maar ook vreselijk dom van ons tweeën. Dat zou even later
blijken.Wat was het geval, er waren eerst zes en al spoedig tien vliegtuigen
die met twee tegelijk gingen vuren. Geregeld vanaf het noorden vanuit de
Schermer. De bedoeling was om de auto's in brand te steken en de ook aan
boord zijnde benzinevaten vol exploderende granaten eveneens. De Duitsers
schoten ook met volle kracht op de jagers terug.
Plotseling draaiden de jagers boven het Alkmaardermeer om en vuurden
vanaf de andere kant. Daarmee werd dat voor ons minder aangenaam. Wij
moesten dan ook geregeld over de kaai (dijkje), waar wij goed beschut lagen,
heen en weer 'vliegen'. Daarmee werd het angstig voor ons beiden en sprak
Pé H.: "Waren wij maar achter Willem (van Duin) aangegaan, die ligt daar
ver van al het gevaar af". Maar Willem had ook angsten namelijk om ons, hij
dacht: "Die zie ik niet meer levend terug". Maar de enige mogelijkheid voor
ons was: zien te vluchten richting Willem. Met vallen en opstaan zijn wij toch
bij hem aangekomen. Die lag in een diepe greppel en wij vielen bij hem neer.
Alle drie blij om elkaar weer heelhuids te zien en we kregen daarmee ook
weer wat meer 'moed'. Gelijktijdig begonnen de jagers over het verlengde van