onderzoek met daarna een openbare hoorzitting te organiseren. Er verschijnt een plakkaat op het gemeentehuis; maandag 13 december 1948 om 10.30 uur zal de hoorzitting plaatsvinden. Hoe het onderzoek en de hoorzitting zijn verlopen, is niet bekend. Maar uiteindelijk wordt er toestemming verleend voor de uitbreiding. Gedeputeerde Staten heeft de volgende argumenten: De indiener van het bezwaarschrift is overleden, de erflaters trekken het bezwaar in. De geneeskundig inspecteur van de Volksgezondheid te Haarlem ziet geen gevaar voor de volksgezondheid. Het kerkbestuur krijgt definitief toestemming voor de uitbreiding. Vreemde situatie Wat hierboven staat, klopt niet helemaal. De bezwaarmaker J. Kaptein is helemaal niet overleden (zes jaar later in 1955 overlijdt J. Kaptein). Hoe komt G.S. aan deze informatie, de gemeente heeft dit schriftelijk gemeld? Is er wel een onderzoek en een openbare hoorzitting geweest? Aanvullend archiefonderzoek levert weinig op. Er zijn van deze periode geen verslagen van het college van B&W in het archief aanwezig. In de gemeenteraad is dit onderwerp niet aan de orde geweest. Het blijft gissen wat er gebeurd kan zijn. Misschien dat J. Kaptein, door het kerkbestuur onder druk is gezet om af te zien van zijn bezwaar! We komen het waarschijnlijk niet meer te weten. De uitbreiding Hoe de uitbreiding is uitgevoerd lezen we in een uitgebreid verslag in het blad 'Akerdingen'. Dit blad verscheen maandelijks in 1949. Het blad werd verstuurd naar de Akersloter jongens die in Indië waren gestationeerd. Hieronder de letterlijke weergave van dit verslag. Schriftelijk verslag van Piet Velgeboer Vergroten begraafplaats RK Kerk Jan. 1949 Akersloot Parochie St. Jacobus-Major Het kerkhof wordt vergroot! 31 dec. '48 kwamen de heren kerkmeester: D. Schut en J. Kaptein bij den koster, om de koffie, omstreeks 4 uur nm. Hij dacht bij zich zelf, die komen zeker van oud op nieuw, maar wel wat vroeg, enfin beter te vroeg dan te laat. Ze kwamen binnen en zo als het hier gaat in Akersloot: "Gaat gitten heren, nieuws of geen bijzondersD. Schut gegt: "Nu, je weet het denk ik al, wat komen we doen, de Pastoor heeft toch geker wel wat verteld over de dodenakker!" "Ja", gegt de koster, "juist van morgen, nu dat gaat wel goed go, het gaat onder leiding van J. Kaptein en D. Schut, dus mooi makkelijk, want ik heb werk genoeg aan mijn hoofd." Maar de heer Schut gei: 'Wij gullen gorgen voor boeren en tuinders, voor rij- en spitwerk, maar jij krijgt de leiding op 't kerkhof. Want daar ben jij het aangewegen mannetje voor. Meteen gaan we nu maar even kijken, want 3 jan. dan beginnen we op volle kracht, dan moet dus de gaak voor elkaar gijn." Wij kijken; en nog eens kijken, heel koud was het daar en daarom gingen Schut en Kaptein gauw weg en aan den koster de gorg over, om a.s. Maandag 3 jan. alles klaar te hebben voor de grote aanvang. Nieuwjaarsdag, na 't eten ging Piet, de koster even naar de plaats, waar het nieuwe kerkhof moest komen. Hij nam hier en daar de grootte op, van al wat er stond, lijkhuisje, W.C. 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2017 | | pagina 10