Sinterklaastijd en kerst
De periode rond Sinterklaas en Kerst is altijd druk en speciaal. In de
jaren vijftig was een grote trekker het 'rad van fortuin'. Ruim voor 5
december stond deze al in de etalage opgesteld. We organiseerden dit
altijd op een avond vlak voor Sinterklaas. De winkel werd zoveel moge
lijk leeggeruimd en er werden stoelen klaargezet. De zaak zat dan altijd
bomvol. Er waren lootjes te koop voor 25 cent en door een draai te
geven aan het rad waren er leuke en lekkere prijzen te verdienen. Zoals
een taart, tulband of banketletter. Op een gegeven moment moesten
we hiermee stoppen in verband met de 'wet op de kansspelen'. Sinter
klaastijd is speculaastijd, dan werden de speculaasplanken van zolder
gehaald. We gebruiken nog steeds dezelfde planken die Piet (1) ook
gebruikte voor de speculaas. Voor speciale gelegenheden zijn er plan
ken met bijzondere vormen zoals een hartvorm. De taaitaai werd ge
maakt in de bakvormen die normaal voor ontbijtkoek werden gebruikt.
In de jaren vijftig was de trend om op Kerstavond een taart of een
kerststol cadeau te geven. Al dagen voor de Kerst was de woonkamer
ontruimd en werden de dozen alvast gevouwen en opgestapeld, vele
honderden dozen stonden klaar. Niet alleen voor taart of een stol maar
ook voor tulbanden, duivenkater en andere bestellingen. Zo vlak voor
kerst maakten we allemaal vreselijk lange dagen. Ook Piet(1) was op
80-jarige leeftijd nog volop bezig in de bakkerij. Het was gewoon niet
meer te doen, zo druk was het. Het bezorgen van de bestellingen liep
behoorlijk uit, tot in de nachtelijke uren. We belden zelfs de mensen
uit bed en dan namen ze in pyjama de bestelling in ontvangst. Ook op
eerste Kerstdag waren we nog aan het bezorgen. In de decembermaand
werd er leuk verdiend, maar in januari moesten we gewoon weer volop
aan de slag.
Co Kerssens in de bakkerij aan de slag
Co Kerssens gaat in 1954 als 10-jarige jongen in de bakkerij aan de slag.
Co weet nog precies wat de aanleiding was. Bij ons kwam Piet van Baar
(1) aan de deur om brood te venten, hij kon nog wel een hulp in de bak
kerij gebruiken. Mijn broers werkten al in de tuin, maar dat vond ik maar
niets. Ik ben begonnen op de zaterdagen met schoonmaken en bakblik
ken invetten. Langzamerhand kreeg ik steeds andere taken toebedeeld.
Het begon met een brood met de hand kneden. Bijvoorbeeld zoutloos
brood waarvan er maar een of twee nodig waren. Later mocht ik ka
detjes maken of deeg uit de kuip halen. Verder hielp ik taaitaai maken,
jodenkoeken uitsteken en suikeren en cake maken. De oven werd op
kolen, briketten en/of op hout gestookt. We gingen één keer per week
naar Alkmaar om plaatmateriaal te halen. Met de groene Ford reden
we naar de Houtbuigfabriek bij het kanaal. Hier werd plaatmateriaal
voor meubels en stoelen gebogen en wij namen de reststukken mee.
Later werd er houtzaagsel gehaald bij de stokkenfabriek van Zonjee in
Uitgeest. Na verloop van tijd kwam de omschakeling van het stoken van
67