-J
J
22. De kindergedichten van van Alphen en het roodvonk
En nu het tweede, het alom bekende boekje van de kinderdichter
Hyronimus van Alphen. Dit behoorde eigenlijk in eigendom aan
mijn broer Auke. Het was verguld op snee en in een groen leren
bandje gebonden met vergulde figuren op de hoeken, die ik altijd
voor schuiers aanzag. Verder werd het geschoven in een kartonnen
foudraaltje. 't Was dus een prachtige uitgaaf en kwam dan ook niet
op het bord of tafeltje van de kinderstoel maar heeft voor mij de
grootste betekenis gehad toen wij de roodvonk hadden.
Ik zeg wij, want behalve mijn broer Auke en ik, lagen ook tegelijk
Vader en Moeder en mijn jonge broertje Klaas aan die ziekte. Hoe
dat zo kwam? Mijn Vader en Moeder gingen op zekere dag met mijn
broertje naar Oom Klaas te Krommeniedijk terwijl Dirkje Hageman
een goede vrouw, bij ons bleef om op ons te passen. Dirkje paste
altijd op ons als Vader en Moeder beiden uitwaren. Bij Oom Klaas
lag iemand aan roodvonk, zonder dat Vader of Moeder daarvan
kennis droegen. Enige dagen later kreeg mijn broertje roodvonk en
mijn Vader en Moeder later, zodat na korte tijd de gehele familie er
aan lag met uitzondering van onze meid en mijn zusje Geertje toen
ongeveer 6 of 8 weken oud. De beide laatste hebben de ziekte ook
niet gekregen, maar mijn broertje Klaasje stierf en werd begraven,
toen wij allen te bed lagen. Wij hoorden de klok luiden maar hebben
het aardige ventje van drie jaar met zijn heldere stem waarmee hij
zong: Ut re mi fa sol, de jongen nam een bol, uit de wagen, zonder
vragen en liep er mee naar
Jantje.
Schagen, nooit weer gezien.
Zes weken ongeveer hebben
mijn broer en ik toen samen
in de bedstee op de opkamer
doorgebracht, waar we nu
en dan bezoek kregen van
dokter van Leeuwen uit
Alkmaar, die ons behandelde.
De dokter zei altijd maar dat
wij niet mochten opstaan,
dat wij niet bloot mochten
liggen en dat wij onze kousen
moesten aanhouden. Eens
toen hij kwam, moesten wij
onze kousen uittrekken en
uitschudden en toen kwamen
er allemaal witte schilfertjes
uit. Zie zo trek ze nu maar weer aan zei dokter en ging weg. Zes
weken in bed! En dan een groot deel van die tijd niet ziek meer,
dat was voor kleine jongens een ding! Wel oefenden we ons nu en
52
Tijdens zijn ziekte
mocht Sierk kijken in
het befaamde boekje
Alphen. Een van de
is: 'Jantje zag eens
Jantje zag uCiiw pruameii HuuLjgrn
Q! ivIm rrjurcn jkhi jprool
'fc Schoen ikt Juutje wuii giL-tn plukken,
ttebuon zijn vader 't li«m verbood.
Roodvonk is een bacteriële infectieziekte. Een kinderziekte die meestal zonder problemen
verloopt. Na herstel is er vaak sprake van een flinke vervelling.